Stijging recidive onder jeugdigen zet niet door
De eerder waargenomen stijging van de recidive onder jeugdige daders en jongeren die vrijkomen uit een justitiële jeugdinrichting (JJI) zet niet verder door. Wel is te zien dat de ontwikkeling in recidive niet hetzelfde is voor verschillende groepen. Er zijn indicaties dat de stijging van de recidive met name plaatsvond onder jeugdige daders die ernstige delicten hebben gepleegd of een hoge straf opgelegd kregen. Dit blijkt uit onderzoek van het WODC.
In eerdere recidivemetingen uitgevoerd door het WODC werd na jaren van daling weer een stijging van de recidive onder jongeren waargenomen. Vooral onder daders veroordeeld onder het jeugdstrafrecht en onder jongeren die vrijkwamen uit een justitiële jeugdinrichting steeg de recidive. De stijging in recidive onder jeugdige daders en ex-JJI-pupillen heeft plaatsgevonden in een relatief korte periode. Het WODC heeft nieuw onderzoek uitgevoerd om te kijken of deze stijging doorzet.
Stijging is gestopt, was sterker onder daders van ernstige delicten
De stijging vond plaats onder daders die zijn veroordeeld of vrijgekomen in de periode 2012 tot en met 2015. In de cijfers van jongeren die zijn veroordeeld of vrijgekomen in 2016 is van een stijging geen sprake meer. Daarnaast is gekeken of de ontwikkelingen in recidive gelijk zijn voor verschillende groepen jongeren. Dat bleek niet het geval. De stijging van de recidive lijkt met name plaats te vinden onder ernstige groepen daders; ernstig voor wat betreft delictverleden en opgelegde straf.
Vervolgonderzoek
In het huidige onderzoek is alleen naar de recidive gekeken van groepen die verschillen in demografische of strafrechtelijke kenmerken. In vervolgonderzoek zal worden nagegaan of ontwikkelingen in recidive hetzelfde zijn wanneer onderscheid wordt gemaakt naar sociaaleconomische kenmerken. Daarbij wordt zowel gekeken naar de sociaaleconomische status van het huishouden waar een jongere toe behoort, als de sociaaleconomische status van de buurt waarin jongeren wonen. Dit om na te gaan of de internationaal waargenomen bevinding dat de daling in criminaliteit onder jongeren niet gelijk is onder alle sociale groepen, de unequal crime drop, zich ook voordoet wat betreft recidive onder jongeren in Nederland.