Ongelijkheid in recidive onder jeugdigen neemt toe
De recidive van jeugdige justitiabelen is hoog, maar niet onder alle groepen even hoog. Mannen en jeugdigen met eerdere justitiecontacten hebben een hoger recidiverisico dan vrouwen of first offenders. Ook sociaaleconomische kenmerken, gezinskenmerken en buurtkenmerken hangen samen met het risico op recidive. Er is sprake van een ongelijke ontwikkeling in het recidiverisico waardoor verschillen tussen groepen toenemen: het hebben van eerdere justitiecontacten en het wonen in een buurt met veel criminaliteit zijn sterkere risicofactoren voor recidive geworden.
Een derde van de jeugdige daders en meer dan de helft van de jeugdigen die vrijkomt uit een justitiële jeugdinrichting (JJI) pleegt binnen twee jaar opnieuw een delict waar hij of zij voor veroordeeld wordt. Bij jongeren veroordeeld of uitgestroomd in 2011 tot en met 2015 nam de recidive onder jeugdige justitiabelen iets toe. Nieuw onderzoek van het WODC laat zien dat deze trend niet doorzet; onder jeugdige daders veroordeeld in 2016 of 2017 en ex-JJI-pupillen die uitstromen in 2016 en 2017 is de recidive weer lager dan bij die van 2015.
Gericht inzetten op risicofactoren voor recidive
Mannen hebben een veel hoger recidiverisico dan vrouwen en mensen met eerdere delicten een veel hoger risico dan first offenders. Jeugdigen die werken of naar school gaan hebben een lager recidiverisico dan jeugdigen die niet werken of naar school gaan. Ook een eerste justitiecontact op jonge leeftijd, een migratieachtergrond, en bepaalde huishoudens- en buurtkenmerken zijn risicofactoren voor recidive. Eerder onderzoek laat zien dat interventies om recidive terug te dringen met name effectief zijn bij hoogrisicogroepen. Beter inzicht in risicofactoren voor recidive kan daarom helpen om interventies effectiever en gerichter in te zetten. Ook maatregelen die jeugdige justitiabelen helpen bij het vinden en behouden van een opleiding, stage of baan kunnen waarschijnlijk recidive voorkomen.
Ondersteun gezinnen bij de opvoeding
Jeugdigen in eenoudergezinnen, in gezinnen met een laag huishoudensinkomen en in gezinnen met veel broers of zussen hebben een hoger recidiverisico. Ook jeugdigen met een tienermoeder hebben een hoger recidiverisico. Maatregelen die (juist deze) gezinnen ondersteunen bij de opvoeding kunnen daarom mogelijk recidive voorkomen.
Voorkom ongelijke ontwikkeling in recidive
Onder jeugdigen met eerdere delicten en jeugdigen in buurten met veel criminaliteit was het recidiverisico al hoger dan onder first offenders en jeugdigen in buurten met minder criminaliteit, en deze verschillen zijn in de onderzochte periode verder toegenomen. Mogelijk wordt dit verklaard door meer gericht politiewerk, waarbij de politie zich sterker richt op frequente daders en op hotspots; buurten met hoge criminaliteitscijfers. Een andere verklaring is dat jeugdige justitiabelen met eerdere delicten en in buurten met veel criminaliteit in toenemende mate last hebben van een negatief label of een stigma waardoor zij minder kansen hebben op bijvoorbeeld een stage of baan. Wanneer deze kansen worden afgesneden, vergroot dit de kans dat jeugdigen opnieuw de fout in gaan. Ervoor zorgen dat jeugdigen na een veroordeling of een verblijf in een JJI een nieuwe start kunnen maken, kan mogelijk helpen om te voorkomen dat de verschillen in recidive verder toenemen.