Gedragsinzichten bieden mogelijkheden voor sturen migratiebeleid
Hoe kunnen Nederlandse beleidsmakers beter omgaan met migratie? Er is veel kennis over besluitvormingsprocessen onder migranten, maar die wordt nog niet (bewust) toegepast in het Nederlandse migratiebeleid. Onderzoek van het WODC wijst uit dat beleidsinterventies gebaseerd op gedragsinzichten een effectieve aanvulling kunnen vormen op het beleidsinstrumentarium. Het kennen van de doelgroep en weten wat de drijfveren zijn, is van belang om gedragsinzichten goed te kunnen toepassen.
Migratiebeleid is vaak gebaseerd op aannames over rationeel menselijk gedrag. Het stelt bijvoorbeeld dat het informeren van (potentiële) irreguliere migranten over de risico’s en realiteit van de reis naar en het leven in Europa voldoende zou moeten zijn om ze van gedachten te doen veranderen. Uit het onderzoek blijkt echter dat irreguliere migranten de neiging te hebben om communicatie van autoriteiten te wantrouwen en in plaats daarvan te vertrouwen op andere migranten. Dit gedragsinzicht kan worden ingezet om informatiecampagnes effectiever te maken. In de praktijk vindt dit bijvoorbeeld al plaats door gebruik te maken van sociale netwerken voor effectieve communicatie.
Gedragsinzichten kunnen beleid effectiever maken
Uit een overzicht van gedragsinterventies in Nederlands beleid blijkt dat gedragsinzichten met succes zijn toegepast op een breed scala aan doelgroepen. Er lijkt geen logische reden te zijn waarom ze niet ook effectief zouden zijn bij migranten. Wel is het van belang de doelgroep te kennen om te weten hoe je ze het beste kunt bereiken en te kijken naar factoren als timing. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) ervaart bijvoorbeeld dat afgewezen migranten uit landen met strenge winters niet willen terugkeren in de herfst of winter. In die periode zijn zij niet zeker van een verblijfplaats in hun land van herkomst. Uit dit gedragsinzicht blijkt dus dat het beter is om in het voorjaar of de zomer met die groep migranten in gesprek te gaan over terugkeer.
Volgens het onderzoek biedt de Nederlandse beleidscontext op het terrein van migratiebeleid ruimte voor het toepassen van gedragsinzichten. Besluitvorming onder migranten heeft namelijk raakvlakken met veel principes uit de gedragswetenschap: het wordt beïnvloed door het gemak en de aantrekkelijkheid van de verschillende opties, is in hoge mate gebaseerd op sociale factoren en is tijdssensitief in verschillende aspecten. Ook kent de Nederlandse beleidscontext een aantal issues waarbij de juridische grenzen om aanvullende maatregelen te introduceren, zijn bereikt. Dit biedt eveneens perspectief voor de toepassing van gedragsinzichten, wat in het beleid tot op zekere hoogte al gebeurt. Zo zijn procedures voor kennismigranten al versimpeld, waardoor het aantrekkelijker wordt voor die groep om naar Nederland te komen. Soortgelijke toepassingen van gedragsinzichten kunnen helpen om migratiebeleid effectiever te maken. Overigens dienen gedragsinzichten niet in de plaats te komen van traditionele beleidsinstrumenten, maar als aanvulling hierop te worden ingezet.
Het belang van een systematische aanpak
Gedragsinzichten worden nu soms al intuïtief ingezet, maar idealiter worden ze ontwikkeld aan de hand van een systematische aanpak. De onderliggende redenen voor bepaald gedrag moeten duidelijk worden uit een gedragsanalyse en interventies moeten (kunnen) worden geëvalueerd. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met ethische aspecten. Dat is zeker belangrijk bij deze doelgroep, omdat migranten een kwetsbare positie ten opzichte van de overheid hebben en het belangrijk is dat zij hun keuzevrijheid behouden. Een systematische aanpak is naast ethische redenen ook om praktische redenen belangrijk. Met zo'n aanpak is het namelijk mogelijk om zowel de uitkomsten als het proces zelf te evalueren. Daardoor wordt duidelijk welke interventies wel en niet effectief zijn en waarom, en dat geeft grip op het potentieel van gedragsinzichten voor migratiebeleid. Toekomstig onderzoek dient zich te richten op die systematische aanpak en evaluatie van gedragsinterventies in migratiebeleid.