Gunstig Nederlands vestigingsklimaat voor drugshandel? Zo eenvoudig ligt het niet
Al jarenlang bestaat het beeld dat Nederlandse criminele netwerken een belangrijke rol spelen in de internationale drugshandel en -productie. Het lijkt alsof Nederland een gunstig ‘vestigingsklimaat’ heeft voor drugscriminelen. Uit onderzoek van Tilburg University, in opdracht van het WODC, blijkt dat de werkelijkheid complexer is.
De term ‘vestigingsklimaat’ veronderstelt dat er in Nederland omstandigheden zijn die het voor drugscriminelen aantrekkelijk maken om zich juist hier te vestigen. Om te bepalen welke factoren belangrijk zijn voor het vestigingsklimaat van illegale drugshandel, ontwikkelden de onderzoekers op basis van literatuuronderzoek een conceptueel model dat bestaat uit vijf elkaar beïnvloedende factoren: de achtergronden en drijfveren van individuele misdaadondernemers, de wijze waarop criminele bedrijfsprocessen kunnen worden georganiseerd, maatschappelijke factoren, de rol van de overheid en de aanwezige legale infrastructuur.
Conceptueel model vestigingsklimaat
Infrastructuur niet doorslaggevend
Voor de uitvoering van illegale activiteiten hebben criminelen vanaf de jaren 1970 gebruikgemaakt van de legale handels- en transportinfrastructuur in ons land. Volgens de onderzoekers is de aanwezigheid daarvan belangrijk, maar niet doorslaggevend voor de
gesignaleerde ontwikkelingen en voor het vestigingsklimaat in brede zin. Ook andere Europese landen hebben bijvoorbeeld grote zeehavens en een goed wegennetwerk. Naast de infrastructuur is de interactie tussen de andere factoren in het model van belang. Zo zijn het tolerante maatschappelijk klimaat en het gevoerde drugscriminaliteitsbeleid, maar ook de persoonlijke keuzes en vaardigheden van criminele ondernemers van invloed op hoe criminele drugsnetwerken zich hebben kunnen ontwikkelen. Die ontwikkeling heeft weer gevolgen gehad voor de productkwaliteit en dat bepaalt mede de afzetmogelijkheden. Evenals op de legale markten waarop Nederland succesvol opereert, heeft zich ook in de drugshandel en -productie een ‘industrie’ kunnen ontwikkelen. De overheid probeert deze elementen te beïnvloeden, met repressie, preventie en het vergroten van maatschappelijke weerbaarheid.
Geen dwingende redenen
De onderzoekers concluderen dat er geen sprake lijkt te zijn van een vestigingsklimaat dat buitenlandse criminele groeperingen ertoe brengt om zich (permanent) in ons land te vestigen. Weliswaar verblijven buitenlandse criminelen in Nederland, maar zij werken daarbij steeds samen met Nederlandse criminele netwerken. Evenmin zijn er dwingende redenen dat Nederland een spilfunctie zou moeten vervullen bij de grootschalige import, productie en de bijbehorende doorvoer en export van verdovende middelen. De productie van synthetische drugs of cannabis en de import van cocaïne kan even goed vanuit andere landen plaatsvinden. Waarom toch voor Nederland wordt gekozen, verdient nader onderzoek.
Duizend speldenprikken, geen hamers
Vast staat dat het bestrijden van ondermijning, en drugscriminaliteit in het bijzonder, een zaak van lange adem is. Het verstoren van het vestigingsklimaat kan in dat licht worden gezien als het uitdelen van duizend speldenprikken. Hamers waarmee definitieve klappen kunnen worden uitgedeeld aan het vestigingsklimaat, hebben de onderzoekers niet aangetroffen.