Pilot Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen vond voor 18% van deelnemende migranten ‘bestendige’ oplossing

Migranten zonder recht op verblijf of Rijksopvang kunnen sinds medio 2019 deelnemen aan de pilot Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV). Sindsdien namen 2065 migranten deel aan deze pilot. Tot juli 2022 zijn 1258 van hen uit de LVV uitgestroomd. Daarvan werd voor 18% een ‘bestendige oplossing’ gevonden: hun aanvraag voor een verblijfsvergunning is toch ingewilligd, zij zijn begeleid bij zelfstandige terugkeer naar het land van herkomst of er was sprake van doormigratie naar een ander land. Dit blijkt uit de eindevaluatie van de pilot LVV die Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van het WODC heeft uitgevoerd. Deze evaluatie geeft input voor het besluit over een eventuele landelijke uitrol van de LVV.

Pilot LVV

Eind 2018 hebben het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het realiseren van een landelijk netwerk van begeleidings- en opvangvoorzieningen voor migranten zonder recht op verblijf of Rijksopvang. Doel van deze LVV is te komen tot een bestendige oplossing en perspectief voor de betrokkenen in de vorm van vertrek uit Nederland of – indien voldaan aan de juiste voorwaarden – het legaliseren van verblijf of doormigratie naar een ander land. Er is gekozen voor een gezamenlijk ontwikkeltraject tussen Rijk en gemeenten, waarbij gestart is met een pilot in de vijf gemeenten Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht. Indien een migrant zonder recht op verblijf of Rijksopvang voldoet aan de LVV-toelatingscriteria, kan deze deelnemen aan de LVV in één van deze gemeenten. De pilotperiode van de LVV loopt eind 2022 ten einde. Voor die tijd zullen het Rijk, de VNG en andere betrokken partijen bepalen of de pilot voldoende effectief is geweest om de LVV al dan niet landelijk uit te rollen. Deze evaluatie dient als input voor dat besluit.

Resultaten van de LVV

Naast de groep deelnemers voor wie een bestendige oplossing is gevonden, is voor 41% een ‘semi-bestendige’ oplossing gevonden: zij hebben een nieuwe asielaanvraag ingediend. Dat kon, omdat er bijvoorbeeld iets is gewijzigd in de persoonlijke situatie van de deelnemer of in het land van herkomst, of er is sprake van uitstel van vertrek vanwege medische redenen. Voor de overige 41% van de uitgestroomde deelnemers is geen oplossing gevonden. 


De LVV lijkt volgens de onderzoekers ook andere maatschappelijke effecten te hebben. Het welzijn van deelnemers verbetert, doordat zij door de opvang meer zekerheid ervaren en minder stress en onrust. Daarnaast leven er nu minder migranten op straat, wat leidt tot een betere openbare orde en gevoel van veiligheid. Ten slotte zorgt de LVV ervoor dat er meer zicht is op de problematiek van de deelnemende migranten, waardoor deze ook geagendeerd kan worden bij de landelijke politiek.

Samenwerking verbeterd

De samenwerking tussen de bij de LVV betrokken partijen, waaronder de vijf pilotgemeenten, ngo’s, de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), is verbeterd sinds de start van de LVV. Dit is volgens de onderzoekers een positieve ontwikkeling, aangezien deze partijen voorafgaand aan de LVV niet tot nauwelijks samenwerkten. Goede samenwerking, gebaseerd op onderling begrip en vertrouwen, is een belangrijke randvoorwaarde voor resultaten binnen de LVV. Daarnaast zien de onderzoekers dat er, ondanks de verbeterde samenwerking, toch nog vaak sprake is van tegengestelde visies tussen partijen, onder andere wat betreft (gedwongen) vertrek van deelnemende migranten.

Lessen voor de toekomst

Het onderzoek besteedt ook aandacht aan lessen voor de toekomst van de LVV. Eén van de genoemde lessen is dat voor de uitvoerbaarheid van een landelijke uitrol van de LVV meer uniformiteit in de werkwijze is gewenst. Dit maakt de LVV-aanpak ook in andere gemeenten uitvoerbaar, en een vergelijkbare werkwijze tussen steden voorkomt ‘shoppen’ (waarbij migranten zich aanmelden bij verschillende LVV’s) en zorgt voor een vergelijkbaar begeleidingsaanbod.