Hoe kunnen overheden meer burgergericht procederen?

Hoe kunnen onnodige procedures tussen de overheid en burgers worden voorkomen? En als een procedure nodig is, hoe kan zo burgergericht mogelijk worden geprocedeerd? Er blijkt in de praktijk behoefte aan een drietal instrumenten, namelijk handvatten voor organisatieveranderingen naar een meer burgergerichte behandeling van bezwaarschriften, richtlijnen voor behoorlijk procedeergedrag in (hoger) beroep en een afwegingskader voor het instellen van hoger beroep. Dit blijkt uit onderzoek van Pro Facto en de Rijksuniversiteit Groningen dat in opdracht van het WODC is uitgevoerd.

Procedures in het bestuursrecht, zoals het bezwaar maken tegen het intrekken van een uitkering, zijn voor burgers regelmatig een teleurstellende ervaring. Niet alleen de uitkomst van een procedure, maar ook de wijze waarop deze wordt gevoerd, is van invloed op het vertrouwen tussen burger en overheid. De Toeslagenaffaire heeft laten zien hoe het met procedures van de overheid mis kan gaan. Hoe kunnen vertegenwoordigers van de overheid bij hun interactie met burgers worden ondersteund, zodat onnodige procedures kunnen worden voorkomen, en hoe kunnen overheden meer burgergericht procederen? Dat is onderzocht door middel van vier sessies met professionals uit het veld. Daaruit bleek behoefte aan een drietal instrumenten.

Handvatten voor organisatieverandering

Veel overheden zijn al bezig met een meer burgergerichte behandeling van bezwaarschriften. Waar dit niet lukt, komt dat vooral doordat bezwaarbehandelaars onvoldoende door de organisatie worden ondersteund of gestimuleerd. Daarom bestaat er behoefte aan een instrument dat overheidsorganisaties handvatten biedt om een verandering in te zetten naar een meer burgergerichte organisatie. Dit instrument richt zich vooral op het bestuur en management van een overheidsorganisatie.

Richtlijnen procedeergedrag

Over wat in (hoger) beroep als behoorlijk procedeergedrag wordt gezien, bestaat nog geen volledige duidelijkheid. Er is (nog) weinig onderzoek verricht naar wat het best werkt (best practices) in (hoger) beroep. Wel waren de betrokken professionals bij de sessies het eens over een set gedragsnormen die altijd zouden moeten worden nageleefd. Dan gaat het bijvoorbeeld over de goede overdracht tussen bezwaarbehandelaar en de vertegenwoordiger in beroep, een professionele houding tijdens de zitting en het geven van duidelijke mondelinge uitleg aan de betreffende burger.

Rechtzaak
Beeld: ©Rijksoverheid

Afwegingskader hoger beroep

Een hoger beroep zaak kan een grote impact hebben op burgers, die langer in onzekerheid worden gehouden. Overheden zouden daarom terughoudend dienen te zijn met het instellen daarvan. Een afwegingskader over wanneer wel of niet een hoger beroep in te stellen, kan daarbij helpen. Dat afwegingskader zou moeten bestaan uit instructies voor de belangenafweging en voorschriften voor de procedure die gevolgd moet worden.

Hoe nu verder?

De grootste opgave ligt waarschijnlijk op het gebied van het stimuleren van organisatieverandering. Dat kan bijvoorbeeld door een campagne waarbij overheden worden gestimuleerd om een visie op te stellen over burgergericht procederen. Of door het ontwikkelen van een centrale en toegankelijke kennisbank met best practices op dit gebied. Ook wordt aangeraden om onderzoek te doen naar waarom behoorlijk procedeergedrag bij sommige organisaties niet van de grond komt en bij andere juist wel. De rijksoverheid kan hierin het initiatief nemen.

Voor wat betreft procedeergedrag in (hoger) beroep kan de rijksoverheid richtlijnen opstellen en deze actief delen met andere overheden. Hierbij kunnen de eerder genoemde gedragsnormen worden opgenomen. Daarnaast wordt aanbevolen om nader onderzoek te laten doen naar best practices in (hoger) beroep.

Op rijksniveau zou er op korte termijn een model-beleidsregel kunnen worden opgesteld voor het instellen van hoger beroep. Deze zou via ministeries bij uitvoeringsorganisaties en via bijvoorbeeld de VNG bij decentrale overheden verspreid kunnen worden. Overheden kunnen deze model-beleidsregel als uitgangspunt gebruiken en vervolgens aanpassen aan hun eigen organisatiewensen.