Eerste recidivemeting adolescentenstrafrecht

Het WODC heeft in een haalbaarheidsstudie onderzocht hoe een recidivemeting onder minderjarigen, berecht volgens het volwassenenstrafrecht en jongvolwassenen, berecht volgens het jeugdstafrecht, vorm kan worden gegeven. De eerste resultaten tonen aan dat de recidive onder de groep jongvolwassenen, berecht volgens het jeugdstrafrecht, niet gering is.

Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht in werking getreden. Hierdoor is een flexibele toepassing van het jeugd- en volwassenenstrafrecht voor personen in de leeftijd van 16 tot 23 jaar mogelijk. De keuze voor jeugd- of volwassenenstrafrecht is afhankelijk van de persoon van de dader en de omstandigheden van het strafbare feit. De mate waarin minderjarigen berecht volgens het volwassenenstrafrecht en jongvolwassenen berecht volgens het jeugdstrafrecht recidiveren, was tot nu toe onbekend.

Uit het haalbaarheidsonderzoek wordt duidelijk dat het niet haalbaar is om de recidive van de groep minderjarigen, berecht volgens het volwassenenstrafrecht, betrouwbaar te meten vanwege de zeer lage onderzoek aantallen. Het wordt wel haalbaar geacht om de recidive van jongvolwassenen, berecht volgens het jeugdstrafrecht, te meten.

De recidivemeting laat zien dat de recidive onder jongvolwassenen, berecht volgens het jeugdstrafrecht, in de jaren 2014, 2015 en 2016 niet gering is. De kans op recidive ligt na één jaar rond de 40% en na drie jaar ligt deze in alle drie de onderzochte jaren boven de 55%. De recidive van jongvolwassenen, berecht volgens het jeugdstrafrecht, ligt hoger dan de recidive van alle jongvolwassenen. Dit is echter niet verwonderlijk aangezien de groep jongvolwassenen, berecht volgens het jeugdstrafrecht, een relatief zware, recidivegevoelige groep daders betreft.

Links