Legitimiteit belangrijk bij beoordeling klassenjustitie in de strafrechtketen
Bestaat er klassenjustitie in de Nederlandse strafrechtketen en zo ja, welke verklaringen bestaan daarvoor? Dat zochten onderzoekers van Universiteit Utrecht uit in opdracht van het WODC. Het is een verkennend, kwalitatief onderzoek, waardoor harde antwoorden die bewijs leveren voor klassenjustitie niet te geven zijn. Wel vonden de onderzoekers aanwijzingen voor verschillende vormen van (onbewuste) selectiviteit die in de Nederlandse strafrechtketen worden ervaren. De vraag is of het legitiem kan zijn om onderscheid te maken en zo ja, wat daarvoor dan de criteria zijn. De onderzoekers roepen op hierover de discussie met elkaar aan te gaan.
Klassenjustitie wordt in dit onderzoek omschreven als illegitieme benadeling van mensen die niet tot de heersende klasse behoren of juist illegitieme bevoordeling van mensen die daar wel toe behoren. Dat leidt tot niet-legitieme vormen van selectiviteit (onderscheid maken), direct of indirect, bewust of onbewust, en systematisch of incidenteel. Geïnterviewde professionals uit de strafrechtketen gaven aan dat zij aanwijzingen zien voor verschillende vormen van het maken van onderscheid. Onbewuste vooroordelen en stereotypen kunnen hierbij een rol spelen. Daarnaast zeggen ze aanwijzingen te zien voor vormen van legitieme selectiviteit, dan wel selectiviteit waarover gediscussieerd kan worden of deze legitiem is of niet. Zoiets kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer er discretionaire ruimte is: houden we deze persoon staande, mag iemand verder rijden zonder boete voor rijden zonder licht?
Kan onderscheid maken legitiem zijn?
De onderzoekers constateren dat het onderwerp klassenjustitie in de strafrechtketen in Nederland de afgelopen 20 jaar zeker niet aan belang heeft ingeboet. In de definitie die zij opstelden speelt legitimiteit een belangrijke rol. Het is echter regelmatig lastig vast te stellen of bepaalde vormen van selectiviteit wel of niet legitiem zijn. In dit onderzoek gaat het daarom om ervaren legitimiteit. De nadruk die op legitimiteit wordt gelegd bij het afbakenen van het begrip klassenjustitie is één van de toegevoegde waarden van dit rapport. De onderzoekers zijn van mening dat de wetenschappelijke en maatschappelijke discussie zich in de toekomst dient toe te spitsen op de vraag wat de Nederlandse samenleving wel of niet legitiem vindt.
Verklaringen voor klassenjustitie
De onderzoekers stellen verder dat het nuttig is om verklaringen voor klassenjustitie voortaan te onderscheiden in drie typen: cognitieve verklaringen, motivationele verklaringen en verklaringen op systeemniveau. Cognitieve verklaringen voor klassenjustitie wijzen op denkprocessen van mensen (bijv. vooroordelen, stereotypen en discriminatie). Dit speelt ook een rol bij het wel of niet herkennen van overwegingen en de leefwereld van verdachten. Motivationele verklaringen wijzen vaker op het bewust en/of gemotiveerd onderscheid maken. Verklaringen op systeemniveau hebben betrekking op het strafrechtelijk systeem. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan capaciteitsgebrek en praktische onmogelijkheden in het kader van de strafoplegging. Zoals bij de strafoplegging aan arbeidsmigranten die het Nederlands niet beheersen en om die reden geen taakstraf krijgen opgelegd.