Alleen een actieplan is onvoldoende om veiligheid lhbti-personen te verbeteren
Het Actieplan Veiligheid lhbti 2019-2022 is opgesteld om de veiligheid van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele personen, transgender personen en intersekse personen (lhbti) te bevorderen. Veel van de (al eerder bestaande) actiepunten zijn (deels) uitgevoerd. Maar een effectieve aanpak van geweld tegen lhbti’ers vraagt meer middelen en meer aandacht. Dat blijkt uit het evaluatieonderzoek van onderzoeks- en adviesbureau Breuer&Intraval, in opdracht van het WODC.
Na enkele geruchtmakende geweldsincidenten tegen lhbti-personen nam de Tweede Kamer in 2018 een motie aan die leidde tot het Actieplan Veiligheid lhbti 2019-2022.
Gebrek aan nieuw beleid en extra geld
In het actieplan blijken voornamelijk acties opgenomen te zijn die al werden uitgevoerd. Bovendien is er geen extra geld beschikbaar gesteld voor de uitvoering ervan. Ondanks dat er weinig nieuw beleid is gemaakt, heeft het actieplan soms wel geleid tot meer aandacht voor de veiligheid van lhbti-personen. Toch is er voor de slagkracht van toekomstig beleid meer nodig. Zoals een langdurige inzet op preventieve maatregelen die goed aansluiten op bestaande kennis over de doelgroepen. Ook is het nodig dat er voldoende (langlopende) middelen beschikbaar worden gesteld voor nieuwe maatregelen en om de continuïteit daarvan te garanderen.
Aandacht voor situatie van transgender, intersekse en bi+ personen
Een groot deel van het actieplan richtte zich in de praktijk hoofdzakelijk op homoseksuele en lesbische personen. Betrekkelijk weinig aandacht is uitgegaan naar bi+, transgender, non-binaire en intersekse personen. Het vraagt dan ook een forse inspanning om hun maatschappelijke positie structureel te verbeteren. Met name de toenemende felle (online) uitingen van discriminatie tegen transgender personen is zorgelijk. De onderzoekers adviseren daarom om in vervolgbeleid aandacht te besteden aan de specifieke situatie en positie van transgender, intersekse en bi+ personen. Op deze manier leiden maatregelen niet alleen tot meer (aandacht voor) veiligheid van lesbische en homoseksuele personen, maar ook voor andere mensen die onder de parapluterm ‘lhbti’ vallen.
Meer inzicht nodig voor meetbare doelen
Uit de evaluatie blijkt dat er voorafgaand aan het opstellen van het Actieplan weinig bekend was over de aard en omvang van discriminatie en geweld tegen de verschillende subgroepen. Ook ontbrak het aan inzicht in de verschillen tussen groepen als het gaat om de maatschappelijke positie, acceptatie, rechtsbescherming en specifieke problematiek die (sociale) onveiligheid veroorzaakt.
Daarnaast blijkt dat de opgenomen acties vooraf niet zijn getoetst op effectiviteit. Meer inzicht in zowel de doelgroepen als de effectiviteit van de interventies is nodig om duidelijke en meetbare doelen te bepalen en de meest geschikte interventies te kunnen inzetten. Daarbij is het belangrijk om onderbouwing - wat werkt? - uit de wetenschap en praktijk mee te nemen. En om de doelgroep en de belangenorganisaties te betrekken bij het ontwikkelen van de interventies. De bevindingen en aanbevelingen uit dit evaluatieonderzoek kunnen worden gebruikt voor verdere beleidsontwikkelingen rondom het verbeteren van de veiligheid van lhbti-personen.