Evaluatie Wet vergoeding van affectieschade

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3442
Type Extern onderzoek
Betrokken organisatie(s) VU - Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Samenvatting

Als iemand slachtoffer wordt van een ongeval of misdrijf heeft dit niet alleen impact op het slachtoffer zelf, maar heeft dat soms ook gevolgen voor diens naasten of, in het geval van een dodelijke afloop, de nabestaanden. Sinds 2019 kunnen naasten en nabestaanden daarom aanspraak maken op zogenaamde affectieschadevergoeding. Het gaat dan om een vergoeding voor het nadeel dat geen vermogensschade is, maar leed dat naasten of nabestaanden ervaren doordat iemand met wie zij een affectieve band hebben ernstig en blijvend letsel heeft of is overleden. 
Aanleiding voor dit onderzoek is de toezegging aan de Tweede Kamer om de wet vijf jaar na de inwerkingtreding te evalueren, dus per 1 januari 2024 (Tweede Kamerstukken. Vergaderjaar 2016-2017, nr. 71, item 19, p. 12).  Daarnaast heeft de minister voor Rechtsbescherming recent toegezegd te bekijken hoe het recht op de vergoeding van affectieschade kan worden verruimd, specifiek ten aanzien van broers en zussen van slachtoffers (Commissiedebat Slachtofferbeleid van 23 februari 2023, Tweede Kamerstukken, Vergaderjaar 2022-2023, 33552, nr. 108). Broers en zussen zijn momenteel namelijk uitgesloten van de kring van gerechtigden. 
Het doel van het onderzoek is het evalueren van de wet en het besluit en na te gaan in hoeverre deze de bij invoering van de wet beoogde doelstelling hebben behaald, oftewel of naasten de vergoeding ervaren als erkenning van leed en als vorm van genoegdoening. Daarnaast biedt het onderzoek inzicht in de voor- en nadelen van het eventueel wijzigen van de omvang van de schadevergoeding en de kring van gerechtigden. Met deze evaluatie kan uiteindelijk een herijking van de hoogte van de bedragen en een besluit tot eventuele uitbreiding van de kring van gerechtigden plaatsvinden.