Onderzoek toevoegen van strafrechtelijke bronnen bij de VOG-screening werken met minderjarigen

Onderzoeksgegevens
Projectnummer 3537
Type Extern onderzoek
Betrokken organisatie(s) Dialogic Innovatie en Interactie

Samenvatting

De Nederlandse overheid is verplicht om beleid te voeren om seksueel geweld tegen te gaan. Minderjarigen en personen die om een andere reden kwetsbaar zijn, verdienen daarbij bijzondere aandacht. Eén van de beleidsinstrumenten om het risico op seksueel geweld te verkleinen, is de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor natuurlijke personen. Met de VOG kan worden voorkomen dat personen met een specifiek justitieel verleden bepaalde functies bekleden of bevoegdheden uitoefenen. 
Binnen het huidige VOG-bestel worden politiegegevens niet standaard betrokken bij de screening van personen. Als politiegegevens wel worden geraadpleegd, mogen deze niet als zelfstandige weigeringsgrond worden gebruikt. Zou dit wel mogen, dan heeft dat als voordeel dat een completer beeld kan ontstaan van (mogelijk) strafbaar gedrag van de aanvrager. Aan de andere kant gaat het hier om politiegegevens waar nog geen oordeel van een rechter of Officier van Justitie aan te pas is gekomen. En die (zeer) ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de VOG-aanvrager en de samenleving. Bovendien leidt het tot een grotere inbreuk op de privacy van de aanvrager. Dit vraagt om nader inzicht in de mogelijke consequenties van het gebruik van politiegegevens als zelfstandige weigeringsgrond in VOG-screenings. 
Dit onderzoek is bedoeld om dat inzicht te verkrijgen. Met het oog op de bescherming van kwetsbare personen, gaat het daarbij specifiek om de VOG-screening voor functies waarin sprake is van een gezags- of afhankelijkheidsrelatie, of op een locatie waar kwetsbare personen zich bevinden. Er wordt gekeken naar de voor- en nadelen ten opzichte van de huidige werkwijze.