Wet afgeschermde getuigen niet ingezet, maar toch waardevol

De Wet afgeschermde getuigen uit 2006 zorgt ervoor dat er meer mogelijkheden zijn om getuigen te horen over de achtergrond van het ambtsbericht. Dit komt van pas wanneer AIVD medewerkers moeten worden gehoord in een strafzaak. Maar van deze wet wordt tot op heden praktisch geen gebruik gemaakt, blijkt uit de ‘Tweede evaluatie Wet afgeschermde getuigen, uitgevoerd door de Radboud Universiteit Nijmegen in opdracht van het WODC.

Toch concluderen de onderzoekers dat de wet wel degelijk waarde kan hebben en bruikbaar kan zijn in een strafzaak. Dit geldt voor belangwekkende strafzaken waarin het opsporingsonderzoek maar in beperkte zin aanvullende belastende informatie heeft opgeleverd, waardoor het ambtsbericht een cruciale rol kan spelen in de bewijsvoering. Toetsing van het ambtsbericht door een afgeschermd getuigengehoor kan in dat geval noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld als de verdediging verweer voert op de betrouwbaarheid van de informatie die in het ambtsbericht staat of vraagtekens plaatst bij de manier waarop die informatie is verkregen.

Het feit dat bovenstaande combinatie van factoren maar zeer weinig voorkomt, doet niet af aan de waarde van de regeling, concluderen de onderzoekers.

In veel strafzaken over terrorisme speelt informatie van de AIVD een belangrijke rol. Zo ook in de nu lopende strafzaak tegen Abdelaziz A., de ex-vriend van journaliste Ans Boersma. De informatie van de AIVD wordt altijd opgetekend in een ambtsbericht en vervolgens verstrekt aan het Openbaar Ministerie. Gelet op het belang van staatsveiligheid en bronbescherming wordt dit ambtsbericht zo opgesteld dat niet te herleiden is hoe de AIVD aan deze informatie is gekomen. In de kern verdraagt deze afscherming van informatie zich volgens de onderzoekers moeilijk met de benodigde transparantie in strafzaken.

Lees het volledige rapport of de samenvatting: Tweede evaluatie Wet afgeschermd getuigen.