Hardnekkige georganiseerde criminaliteit vraagt om een brede aanpak
Daders in de georganiseerde criminaliteit blijken hardnekkig in hun criminele bestaan. De sociale omgeving waarin daders opereren speelt daarbij een belangrijke, verhullende of faciliterende rol. Dit zijn uitkomsten van het meest recente deelrapport van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit (MGC), een doorlopend onderzoeksproject van het WODC naar georganiseerde criminaliteit in Nederland.
Criminele carrières in de georganiseerde criminaliteit
Van bijna 350 daders is de criminele levensloop in kaart gebracht. Grofweg vier op de vijf is voorafgaand aan het bestudeerde opsporingsonderzoek al eens met justitie in aanraking gekomen. Meer dan twee vijfde heeft zes of meer voorafgaande delicten op zijn naam en meer dan drie vijfde is elf jaar of langer crimineel actief. Verder heeft iets meer dan een derde ooit onvoorwaardelijke gevangenisstraf ondergaan voorafgaand aan dat opsporingsonderzoek.
Er is sprake van hardnekkige daders. Die hardnekkigheid is terug te zien in wat daders doen in de georganiseerde criminaliteit; een klein groepje daders voor wie dat kon worden nagegaan blijkt in verschillende zaken vaak actief op hetzelfde criminaliteitsveld (waarbij ‘drugs’ als één breed criminaliteitsveld is opgevat). De opsporingsonderzoeken laten ook zien dat daders soms al langdurig (ongestoord) crimineel actief zijn voordat het opsporingsonderzoek start. Diezelfde opsporingsonderzoeken laten echter zien dat, wanneer daders eenmaal onderwerp van onderzoek worden, ‘klassieke’ opsporingsmethoden als het afvangen van communicatie een goudmijn aan informatie kunnen opleveren. Opvallend is verder dat daders, wanneer ze merken dat de politie zich actief met hen bezighoudt, hun criminele activiteiten gewoon lijken voor te zetten. Ook in die zin lijken ze dus hardnekkig.
Daders en hun omgeving: verwevenheid en afscherming
Het rapport beschrijft hoe de omgeving waarin daders opereren een essentiële rol speelt bij het verhullen van georganiseerde criminaliteit. Zo maken daders gebruik van de functionaliteiten die de reguliere omgeving hun biedt. Het gaat dan onder andere om het gebruik van technologie, (semi)publieke locaties en om het gebruik van (eigen) bedrijven, bijvoorbeeld als dekmantel en/of voor logistieke doeleinden. Ook is er soms sprake van beroepsmatige inbedding, waarbij criminele activiteiten in het verlengde liggen van legale handelingen. Die verwevenheid tussen legaliteit en illegaliteit levert een bijdrage aan het langere tijd uit het zicht blijven van daders en hun criminele activiteiten.
In andere gevallen speelt de omgeving een meer actieve rol. Zo vinden daders hun mededaders en andere partners vaak binnen een kring van familie en vrienden. Verder zorgen (geveinsde) onwetendheid, profijt en angst ervoor dat betrokkenen in de omgeving daders niet dwarszitten of hen zelfs actief ten dienste zijn. Zo zijn er verschillende actoren die, bewust of onbewust, activiteiten van criminele groeperingen faciliteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om financiële en juridische dienstverleners, zoals een trustkantoor. Maar het gaat ook om allerlei aanbieders van (zeer) kostbare goederen en diensten die daders in staat stellen hun gelden afgeschermd te consumeren, door bijvoorbeeld auto’s, woningen of reizen tegen contante betaling te verkopen of verhuren. Dit kan te goeder trouw zijn, maar het te behalen profijt kan het de desbetreffende aanbieder ook wel erg makkelijk maken om zich achter onwetendheid te verschuilen.
De aanpak van georganiseerde criminaliteit
De verwevenheid tussen georganiseerde criminaliteit en haar omgeving wordt in publieke discussies nogal eens vanuit een dreigingsperspectief besproken (‘ondermijning’). Dezelfde verwevenheid biedt echter ook kansen voor de aanpak; een omgeving die georganiseerde criminaliteit mogelijk maakt, kan het criminele groeperingen ook moeilijker maken. Die tegenkracht en weerbaarheid van de omgeving kan worden gestimuleerd door overheidsoptreden, door een gerichte combinatie van strafrechtelijk optreden en andere maatregelen die onwetendheid, profijt en angst terugdringen.
Monitor Georganiseerde Criminaliteit
Een goed onderbouwde aanpak van de georganiseerde criminaliteit is alleen mogelijk wanneer er een gedegen inzicht bestaat in de aard van de georganiseerde criminaliteit zoals die zich in Nederland manifesteert. De Monitor Georganiseerde Criminaliteit (MGC), een doorlopend onderzoeksproject naar georganiseerde criminaliteit in Nederland, biedt dat inzicht door de kennis te benutten die wordt opgedaan tijdens omvangrijke opsporingsonderzoeken. In vijf rondes van dataverzameling zijn tot nu toe 180 opsporingsonderzoeken bestudeerd, die tezamen vele honderden verdachten omvatten. Rapporten zijn verschenen in 1998, 2002, 2007, 2012, 2017, 2018 en 2019. De MGC is een onderzoeksproject van het WODC. De vijfde ronde is door het WODC uitgevoerd in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam.
Lees het volledige rapport: Georganiseerde criminaliteit in Nederland: daders, verwevenheid en opsporing (Cahier, 2019-17).