Meer aandacht nodig voor minderjarig slachtoffer in strafproces
Verschillende internationale richtlijnen en verdragen beogen minderjarige slachtoffers van misdrijven te beschermen in het strafrecht.
Bescherming van het slachtoffer als het gaat om de toepassing van het strafrecht is daarnaast een prioriteit van het huidige kabinet. Onderzoeksbureau van Montfoort inventariseerde daarom in opdracht van het WODC wat het internationaal wettelijk kader op dit terrein is, en hoe de implementatie daarvan in Nederland ervoor staat. De onderzoekers concluderen dat de mogelijkheden voor minderjarigen om volwaardig deel te nemen aan het strafproces toenemen. Wel moet worden gewerkt aan een cultuur waarin men slachtofferrechten als een vanzelfsprekend onderdeel van het werk ziet.
Volgens internationale voorschriften en nationale wetgeving moet een minderjarig slachtoffer volwaardig kunnen deelnemen aan het strafproces. In de praktijk is te zien dat de mogelijkheden hiertoe verder toenemen. Minderjarige slachtoffers hebben, net als meerderjarige slachtoffers, verschillende rechten, zoals het recht op bijstand, het recht om hun mening te geven, het recht op informatie en het recht om gehoord te worden. Tevens hebben zij recht op (effectieve) ondersteuning van instanties. In de praktijk kan de ondersteuning voor de minderjarigen gedurende het aangifteproces beter. Vrij laat in het strafproces worden advocaten en Slachtofferhulp betrokken. Het eerder benaderen, wat steeds meer door Slachtofferhulp Nederland wordt gedaan, is een positieve ontwikkeling.
Lees het volledige rapport De bescherming van minderjarige slachtoffers.
Informatie
Minderjarige slachtoffers hebben zowel volgens internationale voorschriften als volgens nationale wet- en regelgeving, recht op (toegang tot) informatie. Ze moeten informatie krijgen over hun rechten en het moet duidelijk zijn van welke beschermingsmaatregelen zij gebruik kunnen maken. In Nederland dient onder de 12 jaar de informatie enkel verstrekt te worden aan de wettelijke vertegenwoordigers, boven de 12 jaar wordt de jeugdige zelf gevraagd wie de informatie moet krijgen. Dit punt verdient aandacht, omdat onduidelijk is of Nederland de belangen van minderjarigen onder de 12 jaar hierdoor wel voldoende waarborgt en of dit conform internationale bindende voorschriften is. Daarnaast blijkt uit onderzoek van de politie dat minderjarige slachtoffers regelmatig niet op de hoogte worden gesteld over zowel de vervolgingsbeslissing en de achtergrond hiervan, als over de afdoening van hun zaak. Ook als minderjarige slachtoffers zelf proberen informatie hierover te krijgen lukt dat soms niet.
Verhoor
Zowel internationaal als nationaal wordt genoemd dat een minderjarig slachtoffer geen trauma mag oplopen door het verhoor. Dat betekent dat het verhoor gedaan moet worden door speciaal opgeleid personeel, bij voorkeur van hetzelfde geslacht en door dezelfde persoon, mochten er meerdere verhoren plaatsvinden. Slachtoffers onder de 12 jaar dienen verder volgens nationaal recht in een speciale verhoorstudio te worden verhoord. In de praktijk zien we dat dit bij 12-minners wel gebeurt, maar dat dit niet geldt voor oudere jeugdigen. Verhoren dienen volgens internationale voorschriften ‘eenmalig’ en volgens nationale wetgeving ‘tot een minimum’ beperkt te blijven. In de praktijk zien de onderzoekers dat dit regelmatig niet lukt.
Schadevergoeding
Zowel internationaal als nationaal hebben minderjarige slachtoffers recht op schadevergoeding. Doordat er in Nederland geen vergoedingsmogelijkheid van advocaatkosten is bij relatief lichte delicten, is het in Nederland niet altijd eenvoudig om deze schadevergoeding daadwerkelijk te krijgen.