Evaluatie Advocatenwet: vernieuwd stelsel van toezicht en wijzigingen in de tuchtrechtspraak
In 2015 is het stelsel van toezicht op de advocatuur herzien met de Wet toezicht en positie advocatuur, die de Advocatenwet wijzigde. Daarnaast voorzag de wet in de codificatie van de kernwaarden onafhankelijkheid, partijdigheid, deskundigheid, integriteit en vertrouwelijkheid als toetsingskader voor de beroepsuitoefening door advocaten en een beperkte aanpassing van het tuchtrecht.
Dit was nodig nadat uit verschillende adviezen en onderzoeksrapporten eind vorige en begin deze eeuw bleek dat het toezicht op de advocatuur onvoldoende was en modernisering en verbetering behoefde. In opdracht van het WODC is door onderzoekers van Pro Facto en de Rijksuniversiteit Groningen het functioneren van het stelsel van toezicht en van het gewijzigde tuchtrecht onderzocht.
De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat het toezicht door de deken, de belangrijkste actor in het vernieuwde stelsel, in inhoudelijke zin is verbeterd. De toezichtscultuur is gewijzigd van pastoraal naar proactief, onder meer doordat het toezicht meer risicogestuurd plaatsvindt en meer gehandeld wordt naar aanleiding van signalen. Het door de wet geïntroduceerde systeemtoezicht door het college van toezicht (CvT) heeft hierbij een belangrijke aanjagende rol gespeeld.
Lees het volledige rapport Evaluatie Wet positie en toezicht advocatuur.
Verbetering in governance nodig
Toch zijn verdere verbeteringen nodig en mogelijk, met name in de governancestructuur, waardoor het aanpakken van misstanden in de advocatuur effectiever zou kunnen worden. Door de toezichtskolom binnen de beroepsorganisatie NOvA (Nederlandse Orde van Advocaten) scherper af te bakenen ten opzichte van andere taken wordt het toezicht door de dekens en het CvT beter en onafhankelijker gepositioneerd. Problemen op dit moment zijn de verkiezingswijze van de deken, de mandatering van toezichtswerkzaamheden aan leden van de raad en de financiering en ondersteuning van het dekentoezicht. Een versterking van de positie van het dekenberaad dat zich ontwikkeld heeft als belangrijk overleg- en afstemmingsorgaan voor de lokale dekens zou kunnen zorgen voor het oplossen van deze knelpunten en een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verder professionaliseren en uniformeren van het dekentoezicht.
Systeemtoezicht
Het systeemtoezicht door het CvT heeft zijn verwachtingen waargemaakt doordat het de professionalisering en versterking van het dekentoezicht heeft aangejaagd, zo komt naar voren uit het onderzoek. Desondanks zijn enkele knelpunten in de governance van het CvT geconstateerd. Zo wordt het onwenselijk geacht dat de algemeen deken van rechtswege voorzitter is van dit orgaan. Aanbevolen wordt dat één van de kroonleden de voorzittersrol vervult en dat de deken lid van het CvT wordt. Dit zorgt voor een betere functiescheiding tussen systeemtoezicht en beleidsbepaling/bestuur en tegelijkertijd voor het behoud van belangrijke expertise en kennis van de beroepsgroep waarover de algemeen deken beschikt.
Tuchtrecht
De wijzigingen die in de Advocatenwet in het tuchtrecht zijn aangebracht waren beperkt. Een verbetering is het in de wet opnemen van de kernwaarden van de advocatuur; dat draagt bij aan de motivering van uitspraken van de tuchtrechter, met name van de op te leggen maatregelen. De mogelijkheden op te treden tegen misbruik van klachtrecht schieten te kort en zouden uitgebreid moeten worden, zo blijkt uit de evaluatie. Ook het maximum van de te betalen schadevergoeding als voorwaarde bij een maatregel zou omhoog kunnen.