Onderzoek naar verscherpt reclasseringstoezicht bij overvallers laat geen samenhang zien met recidive

In het afgelopen decennium heeft de overheid verschillende maatregelen ingevoerd om overvallen (diefstal met (bedreiging van) geweld in een afgeschermde ruimte) tegen te gaan. Zo is sinds 2012 geleidelijk verscherpt reclasseringstoezicht voor overvallers ingevoerd. Het WODC onderzocht hoe het intensievere toezicht wordt ingezet en hoe dit samenhangt met recidive. Uit het onderzoek blijkt dat het verscherpte toezicht bij overvallers niet altijd wordt toegepast. Daarnaast lijken de resultaten erop te wijzen dat verscherpt toezicht niet meer recidive na het toezicht voorkomt dan toezicht in de gebruikelijke vorm.

Bij reclasseringstoezicht moet een overvaller zich als onderdeel van een (voorwaardelijke) straf of maatregel voor een bepaalde periode houden aan voorwaarden, waarop de reclassering toezicht houdt. De verscherpte toezichtmaatregelen betreffen het toepassen van langdurig toezicht, het toepassen van toezicht met de hoogste contactfrequentie tussen de onder toezicht gestelde en de toezichthouder, en elektronische controle middels een enkelband.

Lees het volledige rapport De uitvoering van (verscherpt) reclasseringstoezicht bij overvallers en de samenhang met recidive. (Cahier, 2020-14).

Niet altijd toegepast

Het ministerie van Justitie en Veiligheid verwacht dat in principe alle maatregelen voor intensiever toezicht (lange duur, hoogste contactfrequentie en een enkelband) worden toegepast bij alle overvallers. Dit bleek echter niet het geval bij overvallers met toezicht in de periode 2012 tot en met 2016. De reclassering geeft aan maatwerk van belang te vinden en daarom voor elke individuele overvaller te kijken wat nodig is binnen het toezicht. Tegelijkertijd valt op dat de verscherpte toezichtmaatregelen wel bij een substantieel deel van de overvallers worden toegepast en dat ze ook aanzienlijk vaker worden toegepast dan bij de totale groep van onder toezicht gestelden.

Recidive

Ruim 40 procent van de onder toezicht gestelde overvallers heeft binnen twee jaar na de periode van toezicht een nieuw delict gepleegd dat heeft geleid tot een strafzaak. Specifiek gekeken naar overvalsrecidive blijkt dat twee procent van de onder toezicht gestelde overvallers binnen twee jaar opnieuw een overval heeft gepleegd die geleid heeft tot een nieuwe strafzaak.

Geen samenhang

Het onderzoek heeft niet kunnen vaststellen dat de verscherpte toezichtmaatregelen bij overvallers samenhangen met een lagere of hogere kans op algemene recidive. De resultaten lijken er dan ook op te wijzen dat verscherpt toezicht niet meer recidive voorkomt dan toezicht in de gebruikelijke vorm. Dit komt overeen met bevindingen uit internationaal onderzoek naar de effectiviteit van vergelijkbare intensieve toezichtprogramma’s bij onder toezicht gestelden. Er is echter ook een alternatieve verklaring mogelijk: het zou kunnen dat de overvallers die te maken krijgen met verscherpte toezichtmaatregelen op voorhand al een groter recidiverisico hebben en dat de recidive bij dit deel van de overvallers nóg hoger had gelegen als de verscherpte toezichtmaatregelen niet waren ingezet.