Financieel toezicht voor veroordeelden nog niet maximaal benut
In Nederland hebben steeds meer veroordeelden te maken met financiële problemen. Die financiële problemen vergroten de kans dat ze opnieuw de fout ingaan. Hoewel betrokkenen vinden dat er voldoende mogelijkheden zijn in het jeugd- en volwassenenstrafrecht om financieel toezicht op te leggen, wordt er maar weinig gebruik van gemaakt. Bovendien zijn er weinig instanties waar specifieke kennis aanwezig is om veroordeelden te begeleiden. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden in opdracht van het WODC naar financieel toezicht in het (jeugd)strafrecht.
De onderzoekers schatten dat in 4 procent van de reclasseringsdossiers een specifieke financiële voorwaarde in het vonnis is opgenomen. In 29 procent van de reclasseringsdossiers is het werken aan de financiën onderdeel van het toezichtplan van de reclasseringswerkers.
Moeilijk zicht te krijgen op de financiële situatie
Het blijkt voor adviseurs van de reclassering niet altijd mogelijk voldoende informatie te verzamelen over de financiën van de verdachte in de beperkte tijd voorafgaand aan het strafproces. Verdachten hebben doorgaans weinig zicht op hun financiële situatie, lijken hier niet altijd eerlijk over te zijn of adviseurs slagen er niet in een eventuele relatie tussen de soms gecompliceerde financiële problematiek en het delictgedrag te identificeren. Dit leidt ertoe dat adviseurs terughoudend zijn om concrete bijzondere voorwaarden op het gebied van financiën te adviseren. Wanneer er echter geen advies ligt tot financieel toezicht, wordt dit door de rechter ook nauwelijks opgelegd.
Voorwaarde als stok achter de deur
Sommige rechters vinden het opleggen van financieel toezicht niet wenselijk, omdat dit niet altijd te rijmen valt met andere opgelegde strafmaatregelen, zoals het opleggen van boetes of ontnemingsmaatregelen. Andere rechters onderstrepen het belang van het wegwerken van financiële problemen als manier om het recidiverisico te verlagen wel. Rechters en officieren gaan er vanuit dat voldoende toezicht op de financiën gehouden kan worden in het geval er algemeen reclasseringstoezicht wordt opgelegd, waardoor zij minder de noodzaak zien om concrete financiële voorwaarden op te nemen in het vonnis. Er zijn echter cliënten die veel weerstand hebben tegen het werken aan financiën. Voor hen is het financiële toezicht dat de rechter oplegt een stok achter de deur om te werken aan het verbeteren van hun financiële situatie.
Meer kennis ontwikkelen bij instanties
De voor het onderzoek geïnterviewde betrokkenen geven aan dat het van belang is dat het aanbod van financiële programma’s, trainingen en instanties met ervaring binnen het strafrechtelijk kader uitgebreid wordt. Met name binnen het jeugdstrafrecht zijn er nog nauwelijks mogelijkheden waar jongeren met financiële problematiek naartoe gestuurd kunnen worden, maar ook binnen het volwassenstrafrecht hebben instanties nog weinig ervaring hiermee. Daarnaast wordt er weinig gebruik gemaakt van het aanleren van financiële vaardigheden, waardoor de trajecten nu vaak moeizaam verlopen.