Herstel nog geen structureel onderdeel van detentie
De afgelopen jaren is er meer aandacht gekomen voor herstelgericht werken in gevangenissen. Toch maken interventies die zich richten op bewustwording van het perspectief van slachtoffers, het nemen van verantwoordelijkheid voor het delict en het herstellen van toegebracht leed nog geen structureel onderdeel uit van het detentieprogramma. Veel inrichtingen weten niet goed hoe dit aan te pakken. Ook zijn nog niet overal herstelgerichte interventies beschikbaar en worden niet alle gedetineerden bereikt. Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport over de stand van zaken op het gebied van herstelgerichte detentie in Penitentiaire Inrichtingen (PI’s) en Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s).
Uit internationaal onderzoek blijkt dat herstelgerichte interventies bijdragen aan verwerking van het delict voor slachtoffers en aan een lagere recidive. Door de toegenomen (beleids)aandacht voor slachtofferrechten, is er ook in Nederland meer aandacht voor herstel in detentie. Het gaat dan bijvoorbeeld om cursussen gericht op zelfinzicht, bemiddeling tussen gedetineerde en slachtoffer en bemiddeling met het eigen netwerk van de gedetineerde, zoals de partner en kinderen.
Versnipperd aanbod
Bijna alle PI’s hebben een aantal jaar terug een herstelplan opgesteld om slachtofferbewustzijn en herstel in de inrichting te bevorderen. Dat deze herstelplannen weinig tot geen navolging hebben gekregen, heeft volgens de onderzoekers te maken met de grote versnippering in het aanbod aan interventies. Veel activiteiten rondom herstel zijn door enthousiaste medewerkers in gang gezet, naast hun overige werkzaamheden. Daarnaast biedt een groot aantal externe, niet-justitiële organisaties herstelgerichte interventies aan. Enkele PI’s hebben een gespecialiseerde medewerker, een herstelconsulent, aangesteld. Bij die instellingen staat herstelgerichte detentie duidelijk meer op de kaart. Gebrek aan nationale sturing en financiële middelen maken dat niet alle instellingen zo’n gespecialiseerde medewerker kunnen aanstellen.
De JJI’s besteden in hun reguliere behandeltraject aandacht aan herstel met het netwerk van de jeugdige, ook is de behandeling gericht op kritisch kijken naar het eigen gedrag. Aandacht voor herstel met slachtoffers is er meer dan voorheen, maar dit is nog niet ingebed in de reguliere werkwijze.
Aantal deelnemers interventies beperkt
In vrijwel alle inrichtingen kunnen volwassen en jeugdige gedetineerden gebruikmaken van een of meer herstelgerichte interventies. Wel verschilt het aanbod per inrichting en is het aantal deelnemers relatief beperkt. Ook is er nog terrein te winnen als het gaat om draagvlak onder detentiemedewerkers: dit blijft meestal beperkt tot een kleine groep. Detentiemedewerkers en medewerkers van externe herstelorganisaties denken dat door betere informatievoorziening, het vaker en pro-actiever aanbieden van interventies en betere begeleiding meer mensen kunnen worden bereikt dan nu het geval is.