De Nederlandse seksbranche in 2020/2021
Sinds de opheffing van het bordeelverbod in 2000 zijn gemeenten zelf verantwoordelijk voor het prostitutiebeleid. Dat zorgt voor lokale verschillen. De aankomende, mogelijke Wet regulering sekswerk (Wrs) beoogt onder meer deze beleidsverschillen tussen gemeenten te verkleinen, en de toezicht en handhaving op de seksbranche te uniformeren. Regioplan heeft in opdracht van het van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) een nulmeting uitgevoerd om later mogelijke effecten van deze wetswijziging te kunnen duiden. Deze nulmeting ging over de aard en omvang van de seksbranche, gemeentelijk beleid en de organisatie van toezicht en handhaving.
Gemeentelijk beleid
Gemeenten die prostitutiebeleid formuleren maken keuzes: Willen we überhaupt sekswerk in onze gemeente? En zo ja, hoe balanceren we dan tussen drempelverhogende maatregelen om misstanden en mensenhandel buiten de deur te houden en drempelverlagende maatregelen, die ervoor zorgen dat autonome sekswerkers hun werk kunnen doen. Dit onderzoek laat op basis van een grootschalige enquête onder gemeenten zien hoeveel gemeenten prostitutiebeleid hebben, hoe het beleid in Nederlandse gemeenten te typeren is. En welke keuzes gemeenten in hun beleid maken. het blijkt dat ongeveer de helft van gemeenten prostitutiebeleid heeft en veruit de meesten daarvan een maximaal aantal toegestane seksbedrijven toestaan. De gemeenten richten hun beleid met name op vergunningseisen, vestigingscriteria, handhaving en toezicht, gezondheidsaspecten en ook het bestrijden van mensenhandel. Thema’s als de versterking van de maatschappelijke positie van sekswerkers, uitstapbeleid, participatie van seks-werkers in beleid, destigmatisering en versterking van de arbeidsmarktpositie komen relatief weinig in het beleid voor.
De aard en omvang van de branche
Het aantal vergunde seksbedrijven in Nederland lijkt sinds 5 jaar geleden gehalveerd. Relatief veel gemeenten geven vergunningen aan seksclubs, privéhuizen en escortbureaus en in mindere mate aan de zelfstandige escort, raamsekswerk en thuisontvangst. Dit onderzoek geeft ook een blik op de doorgaans onvergunde internetbranche. Gedurende een jaar werden er op de advertentiewebsites die we in ons onderzoek hebben meegenomen meer dan 27.000 unieke advertenties geplaatst.
Toezicht en handhaving
Samen met de politie zijn gemeenten de belangrijkste spelers in de organisatie van toezicht en handhaving. De bestuurlijke controles in de vergunde branche worden uitgevoerd door gemeentelijke handhavers, de politie of door beide. Ook in de onvergunde branche zijn de gemeente en de politie de belangrijkste partijen. Hier worden de controles vaak nog door de Afdelingen Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) uitgevoerd. Bij sommige gemeenten ligt de regie en uitvoering voor toezicht en handhaving volledig bij de gemeente, in andere gemeenten is men nog zoekende naar een juiste rolverdeling. Er spelen hier meerdere knelpunten. Gemeenten zeggen soms dat ze de capaciteit en de expertise niet hebben. Daarnaast mogen gemeenten momenteel geen gegevens van onvergund werkende sekswerkers noteren en uitwisselen. Dat bemoeilijkt de handhaving. Overigens zijn er gemeenten die gegevens van sekswerkers nog vermelden in bestuurlijke rapportages. Verder worden de grote beleidsverschillen tussen gemeenten genoemd als obstakel in het houden van toezicht op de branche.