Bestaande methoden niet geschikt voor het schatten van kindermishandeling
Deskundigen zien geen heil in bestaande onderzoeksmethoden om de omvang te schatten van kindermishandeling, niet in de algehele populatie en niet in meer gesloten, minder zichtbare populaties. Dat blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door Peter Wilms en Sam Huberts in opdracht van het WODC.
In de Tweede Kamer zijn verschillende moties ingediend die vragen om meer inzicht in de omvang van specifieke vormen van kindermishandeling. Het WODC heeft op eigen initiatief onderzoek uit laten voeren naar welke methoden en technieken hiervoor geschikt kunnen zijn. Kindermishandeling kenmerkt zich door een zekere geslotenheid en vindt vaak plaats achter de voordeur. De mate van geslotenheid neemt nog toe als kindermishandeling zich afspeelt in gesloten religieuze of ideologische gemeenschappen.
Tien inhoudelijke en methodologische experts hebben potentieel kansrijke schattingsmethoden op hun toepasbaarheid beoordeeld voor de 3 vormen van kindermishandeling, variƫrend in de mate van geslotenheid van de populatie. De deskundigen beoordeelden de nu bekende methodes als niet toepasbaar of betrouwbaar. Bij alle geselecteerde vormen van kindermishandeling is het gebrek aan (eenduidige) registratie een obstakel voor een valide en betrouwbare schatting.