Strafrechtelijke aanzegging ontruiming kraakpand in 2021 eerder uitzondering dan regel

Sinds 1 juli 2022 kunnen krakers binnen 3 dagen uit een gekraakt pand worden gezet. Dat is geregeld in de Wet handhaving kraakverbod. Voor die tijd konden krakers een kort geding aanspannen tegen de uitzetting, dat ze dan in het gekraakte pand mochten afwachten. Dat kon tot wel 8 weken duren. Bij de meeste kraakincidenten in 2021 – dus voor het inwerkingtreden van de nieuwe wet – verlieten de krakers het pand in overleg met de eigenaar. Slechts in 10% van de kraakincidenten gaf de officier van justitie een aanzegging tot ontruiming. Dat blijkt uit onderzoek van Bureau Ateno, in opdracht van het WODC.

Dit onderzoek is de nulmeting voor de evaluatie van de effecten van de Wet handhaving kraakverbod. De minister van Justitie en Veiligheid heeft de wetsevaluatie binnen twee jaar toegezegd. Onder andere het OM, de advocatuur en de Rechtspraak uitten kritiek op de uitvoerbaarheid van de wet. Ook de Nederlandse Vereniging van Gemeenten en de Raad van State waren kritisch. De wet kwam op initiatief van twee Kamerleden tot stand.

128 kraakincidenten

Voor het jaar 2021 hebben de onderzoekers 128 kraakincidenten geïdentificeerd. De incidenten komen voor in het hele land, maar de meeste zijn geregistreerd in Oost-Nederland, Amsterdam en Rotterdam. Meestal zijn de gekraakte panden woningen.

Kraakincidenten meestal beëindigd zonder strafrecht

Het kraken is in Nederland sinds 2010 verboden. In 2021 is bij 45 van de 128 incidenten (35%) een strafrechtelijke route gevolgd om het kraakincident te beëindigen. Zo beëindigde de politie 20 kraakincidenten op heterdaad. En in 12 zaken ging ze over tot ontruiming wegens bijzondere omstandigheden, zoals een gevaarlijke situatie of andere strafbare feiten. De route die in de nieuwe wet centraal staat en waarbij de officier van justitie een ontruiming aanzegt, kwam in 13 zaken voor. In de overige 83 zaken (65%) verlieten de krakers het pand in overleg met de eigenaar of spande de eigenaar een kort geding aan (als onderdeel van een civiele procedure).

‘Woonmodel’

Dat krakers een kort geding aanspannen bij een aanzegging tot ontruiming, zagen de initiatiefnemers van de nieuwe wet als een misbruik van rechtsmiddelen. Daarmee zou er in hun ogen een ‘woonmodel’ ontstaan, waarbij krakers van kraakpand naar kraakpand trekken en daarbij de wettelijke mogelijkheden benutten om – via een kort gedingprocedure – zo lang mogelijk in het gekraakte pand te kunnen blijven. In de 13 zaken in 2021 waarin de officier de ontruiming heeft aangezegd, gebruikten de krakers inderdaad die wettelijke mogelijkheid: in 10 gevallen spanden ze een kort geding aan tegen de aangezegde ontruiming. Gemiddeld leidde deze procedures bij de ontruiming tot enkele weken oponthoud. De onderzoekers hebben echter niet de indruk dat er in 2021 sprake is van een ‘woonmodel’. Het gaat namelijk om slechts een heel klein deel van alle kraakincidenten. Bovendien blijkt uit de gegevens dat het niet steeds om dezelfde groepen krakers gaat. Volgens de onderzoekers gingen de meeste krakers na een ontruiming op zoek naar een alternatief anders dan het kraken van woonruimte.

De één-meting en de eindevaluatie van de Wet handhaving kraakverbod volgen de komende jaren.