Bestuurders onder invloed van drugs hebben vaak meer op hun kerfstok
Bestuurders die gepakt worden terwijl ze rijden onder invloed van drugs kunnen in Nederland verplicht worden een onderzoek naar hun drugsgebruik te ondergaan. Als ze voor het eerst gepakt worden, kan er sinds april 2023 in plaats daarvan een educatieve maatregel drugs en verkeer (EMD) worden opgelegd. Zowel het onderzoek drugs als de EMD worden opgelegd door het CBR. Uit onderzoek van het WODC blijkt dat de groep die met het CBR te maken krijgt, vaak opnieuw in de fout gaat. Het zijn vooral mannen van rond de 30 jaar met een uitgebreide delictgeschiedenis. De groep die in aanmerking komt voor het onderzoek drugs, is vooral wat betreft delictgeschiedenis wat zwaarder dan de potentiële EMD-groep. In hoeverre de maatregelen effectief zijn en gerichter kunnen worden ingezet om recidive te verminderen, moet nader worden onderzocht.
Drugsgebruik in het verkeer wordt gezien als een belangrijke bedreiging van de verkeersveiligheid. Voor de onderbouwing van het beleid en voor de verdere ontwikkeling van deze maatregelen heeft Rijkswaterstaat – namens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – het WODC gevraagd meer inzicht te geven in de kenmerken en recidive van de (toekomstige) deelnemers aan het onderzoek drugs en de EMD.
Kenmerken groep
Bestuurders die vanwege drugsgebruik in het verkeer gemeld werden bij het CBR en in 2019 een onderzoek drugs afrondden zijn qua achtergronden vergelijkbaar met bestuurders die vanwege risicovol of asociaal verkeersgedrag bij het CBR terechtkomen. Beide groepen bestaan voornamelijk uit mannen van begin 30 met een uitgebreide delictgeschiedenis. Niet alleen vanwege middelengebruik in het verkeer, maar ook vanwege andere verkeersdelicten, zoals ernstige snelheidsovertredingen of het doorrijden na een ongeval, en andere misdrijven, zoals diefstal of mishandeling.
Onderzoek nodig naar effectiviteit maatregelen
De potentiële doelgroep voor het onderzoek drugs is met name gezien hun grotere delictverleden qua recidiverisico een zwaardere groep dan de potentiële doelgroep voor de EMD. Het is de vraag in hoeverre de maatregelen die nu worden ingezet voor het tegengaan van drugs in het verkeer, effectief zijn in het verminderen van recidive en voor wie. Onderzoek naar de effectiviteit van de maatregelen, naar de motieven en beweegredenen voor drugsgebruik in het verkeer en de specifieke behoeften van daders kunnen helpen om maatregelen gerichter in te zetten om zo uiteindelijk de recidive onder deze groep terug te dringen.
Meldingspercentage door politie laag
In 2019 meldde de politie een groot deel van de bestuurders onder invloed van drugs niet aan het CBR. Bij de keuze om iemand wel of niet te melden aan het CBR werd niet of nauwelijks gekeken naar diens achtergrond en delictgeschiedenis. Om het rendement van de maatregelen en de verkeersveiligheid te vergroten, is het zinvol om in te zetten op het verhogen van het meldingspercentage. Daar wordt onder andere al aan gewerkt door het aanmelden bij het CBR eenvoudiger te maken en te automatiseren.