Aanknopingspunten voor het meten van de resultaten van politiewerk
De politie wordt gefinancierd met publiek geld. Daarom moet ze, net als andere publieke organisaties, verantwoording kunnen afleggen over de uitgevoerde taken. Maar wat wordt onder politieprestaties verstaan: zijn dat vooral criminaliteitscijfers en het aantal afgeronde opsporingsonderzoeken of vallen ervaringen van burgers met de politie daar ook onder? Een inventarisatie van prestatiemetingen bij 10 politiejurisdicties* geeft verschillende aanknopingspunten om het meten van politieprestaties in Nederland te verbeteren. Voordat deze kunnen worden toegepast, is er eerst duidelijkheid nodig over het doel en het niveau van de politie-prestatiemetingen. Dat blijkt uit onderzoek van RAND Europe, in opdracht van het WODC.
Overeenstemming over doel van metingen
Zo moet goed worden nagedacht over waarom politieresultaten gemeten moeten worden. Daarover bestaan in Nederland verschillende opvattingen, afhankelijk van de verantwoordelijkheden van de belanghebbenden. Denk daarbij aan een regionale politie-eenheid, het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) of wetenschappers. Sommigen willen vooral kwantitatieve gegevens verzamelen om aan te tonen dat de burger waar voor zijn geld krijgt. Terwijl anderen ook kwalitatieve gegevens nodig vinden om de dienstverlening te kunnen verbeteren. Overeenstemming over deze kwestie kan volgens de onderzoekers worden bereikt door overleg tussen de belangrijkste belanghebbenden, zoals de Landelijke Eenheid en regionale politie-eenheden, gemeenten en het ministerie van JenV. Daarop kunnen inzichten van andere belanghebbenden, zoals het Openbaar Ministerie en de Algemene Rekenkamer, een waardevolle aanvulling vormen.
Afspraken over niveau van metingen
Daarnaast zijn er afspraken nodig over wie de doelstellingen, indicatoren en streefcijfers voor de metingen vaststelt en of dat landelijk, regionaal of lokaal gebeurt. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de belangrijkste nationale belanghebbenden nu geen duidelijk beeld hebben van de vele doelstellingen en indicatoren die nu gebruikt worden. De invulling daarvan wordt namelijk overgelaten aan lokale en regionale betrokkenen.
Overzicht buitenlandse meetmethoden
Het onderzoek laat verschillende veelbelovende en innovatieve meetmethoden zien. Bijvoorbeeld de Plan-Do-Check-Act-cyclus die in Engeland en Wales en in Noordrijn-Westfalen wordt gebruikt. Door een continu proces van plannen, uitvoeren, controleren en bijstellen krijgt de politie daar meer grip op de resultaten van haar werk. Een ander voorbeeld zijn indicatoren die helpen bij het aanpakken van problemen en verbeteringen ondersteunen. Zoals in Seattle waar men indicatoren heeft voor een eerlijke en onpartijdige behandeling van individuen en groepen. De keuzes die worden gemaakt voor doel en niveau, kunnen de prestatiemetingen in Nederland meer samenhang geven. Dan wordt ook duidelijk welke praktijken uit het buitenland hier goed toepasbaar zijn.
*Australië, Canada, Engeland en Wales, Finland, Israël, Nieuw-Zeeland, Noordrijn-Westfalen, Zweden, Nederland, Verenigde Staten (Seattle).