Radicale reclame: hoe werven extremistische groeperingen nieuwe leden?
Extremistische groepen gebruiken internet en sociale media om nieuwe leden te rekruteren. Dat start meestal op veel gebruikte, openbare platforms en lijkt in Nederland momenteel vooral gericht op een breed publiek. Om de vatbaarheid voor online rekrutering weg te nemen is een aantoonbaar werkende preventieve aanpak belangrijk. Daarnaast is het belangrijk om online detectie van extremistisch materiaal te verbeteren. Speciale aandacht is daarbij nodig voor content die op zichzelf niet illegaal is, maar wel de aantrekkingskracht van extremistische groeperingen vergroot. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), in opdracht van het WODC.
In het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland staat dat het online domein een belangrijke rol speelt in radicalisering, netwerkvorming en het aantrekken van jongeren met een al bestaande ‘geweldslust en drang om te choqueren’. Ook de AIVD spreekt in het laatste jaarverslag over verijdelde aanslagplots die in sommige gevallen waren gepland door online gevormde groepen. Het is daarom belangrijk om te weten welke rol internet en sociale media spelen bij het samenbrengen van aanhangers van extremistisch gedachtegoed. Aan de hand van literatuuronderzoek, interviews met professionals, een contentanalyse van extreemrechtse, jihadistische, anti-institutionele en extreemlinkse groeperingen en een expertmeeting geeft dit onderzoek een eerste inzicht in de processen van online rekrutering.
Mainstreamplatform als doorgeefluik
Enkele specifieke kenmerken van het online domein kunnen bijdragen aan online rekrutering. Zo is de drempel om online toe te treden tot een extremistische groep online lager dan offline. Vaak kan het anoniem en personen kunnen zich online vrijer voelen om extreem gedrag te vertonen. Het blijkt dat extremistische groepen gebruikmaken van veel verschillende platforms om nieuwe leden te rekruteren. Dat varieert van gangbare (mainstream) platforms als Facebook tot low profile platforms als Telegram en ook gaming platforms. Telegram wordt vanwege de anonimiteit en minder moderatie het meest gebruikt. Maar de mainstreamplatforms blijven belangrijk, bijvoorbeeld als ‘doorgeefluik’ naar low profile platforms.
Online rekrutering op breed publiek gericht
Er zijn veel overeenkomsten in processen van online rekrutering door en voor de verschillende extremistische groeperingen. Ze doen allemaal aan online groepsvorming en gebruiken het online domein voor onder andere het delen van extremistische content, memes en het verspreiden van de ideologie. Deze rekrutering is meestal generiek. Dat wil zeggen: gericht op een breed publiek. Individuen komen online in contact met gelijkgestemden en worden via een proces van online groepsvorming lid van een groep. Trapsgewijs kunnen geïnteresseerden dieper in de groepering binnenkomen door uitgenodigd te worden voor besloten online groepen of voor offline activiteiten.
Rekrutering van specifieke groepen, zoals vrouwen of technisch geschoolde mensen, is vooral bekend van grote terroristische organisaties zoals Al Qaida en Islamitische Staat (IS). Dergelijke specifieke rekrutering lijkt op dit moment binnen de Nederlandse context weinig voor te komen.
Verder ontwikkelen weerbaarheidprogramma’s
Met de toenemende aandacht voor online rekrutering zijn er de laatste jaren preventieve online weerbaarheidsprogramma’s ontwikkeld, vooral gericht op jongeren. De programma’s proberen jongeren te informeren over gewelddadig extremisme en ze bewust te maken van grooming gedrag, waarbij een vertrouwensband wordt gecreëerd om ze lid te maken van een extremistische groep. Of de weerbaarheidprogramma’s effectief zijn, is nog nauwelijks onderzocht. De onderzoekers bevelen dan ook aan om te evalueren welke werkzame elementen deze programma’s bevatten. Op basis daarvan kunnen evidencebased programma’s worden ontwikkeld. Inzichten van professionals van buiten het strafrecht, zoals jongerenwerkers en leerkrachten, en ook die van jongeren zelf zijn belangrijk om die programma’s goed vorm te geven. Daarnaast zouden de programma’s zich ook op de ouders en verzorgers moeten richten. Zij hebben een cruciale rol als het gaat om ‘digitale opvoeding’, maar hebben niet altijd de juiste kennis en vaardigheden om die digitale opvoeding adequaat vorm te geven.
Detecteren van extremistisch materiaal verbeteren
Voor het online domein zelf bevelen de onderzoekers aan om samen met techbedrijven het detecteren van online extremistisch materiaal te blijven verbeteren. Bijvoorbeeld het bouwen van een database waarin ‘rekruteringstaal’ wordt bijgehouden. Daarvoor is het belangrijk dat opsporingsinstanties voortdurend samenwerken met professionals met inhoudelijke en vooral actuele expertise op het gebied van online communicatie door extremistische groepen. Gelet op het snel veranderende werkveld is deze samenwerking tussen beleid, de praktijk en de wetenschap belangrijk.
Concrete aanpak borderline content
Bij het intensiever detecteren van extremistisch materiaal plaatsen de onderzoekers een kanttekening. Het brengt het risico met zich mee dat de grenzen van belangrijke rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, worden opgezocht. Dat speelt vooral bij de aanpak van zogenoemde borderline content. Dat is materiaal dat juridisch niet strafbaar is, maar dat wel de veiligheid kan ondermijnen. Dit soort materiaal is vooral te vinden op openbare platforms waar het rekruteringsproces vaak begint en juist daarom is de aanpak ervan zo belangrijk. Aanbevolen wordt om een taskforce borderline content op te richten. Daar zouden professionals vanuit de praktijk en beleid en de techsector in plaats moeten nemen, en een breed palet aan wetenschappers inclusief extremisme-experts, juristen en ethici. Zij kunnen zich buigen over de vraag hoe de onwenselijke gevolgen van borderline content kunnen worden tegengegaan met inachtneming van belangrijke rechten en vrijheden.