Nog steeds veel draagvlak voor opeisen deel erfenis door onterfde kinderen

Al enkele jaren bestaat er discussie of er nog wel draagvlak is voor de legitieme portie. Dat is een geldbedrag dat kinderen kunnen opeisen van de erfenis, als hun ouders ze hebben onterfd. De Rijksuniversiteit Groningen onderzocht -in opdracht van het WODC - wat de Nederlandse bevolking vindt van de legitieme portie. Daaruit blijkt overtuigend dat men daar waarde aan hecht. Al is er ook een grote groep die vindt dat de legitieme portie niet in alle gevallen zou moeten gelden.

Uit de enquête onder de Nederlandse bevolking blijkt dat 40% altijd voorstander is van de legitieme portie. Een groep van 19% van de Nederlandse bevolking is in alle gevallen tegen de legitieme portie. Daarnaast is 40% in sommige gevallen voor en in andere gevallen tegen. Maar in welke gevallen de legitieme portie dan (on)wenselijk is, daarover verschilt deze groep sterk van mening. De uitkomst van de enquête is opvallend. Een (vermeend) gebrek aan maatschappelijk draagvlak werd juist vaak als argument genoemd tegen de legitieme portie. Nu blijkt dus dat volledige afschaffing van de legitieme portie door de overgrote meerderheid (80%) niet wordt gesteund.

Familieband nog steeds belangrijk

Het probleem van de legitieme portie is dat deze aan de ene kant inbreuk maakt op de vrijheid van ouders om zelf te bepalen aan wie ze wat nalaten. Aan de andere kant geeft deze regeling inhoud aan de familieband tussen ouder en kind. Kinderen zijn de natuurlijke opvolgers van hun ouders. Daardoor komt hen ten minste een deel van de erfenis toe. Dat familiebanden de afgelopen decennia losser zouden zijn geworden en de maatschappij individualistischer, is soms als argument aangevoerd voor de afschaffing van de legitieme portie. De sociaalwetenschappelijke literatuur blijkt dit niet te ondersteunen. Familienetwerken zijn complexer geworden, maar de gevoelens van verbondenheid tussen families nemen niet af. Ook uit de vergelijking met België, Duitsland en Frankrijk blijkt dat de afstammingsband een belangrijke reden is voor het behoud van de legitieme portie.

Voordeel voor de een, nadeel voor de ander

Wanneer ouders een kind onterven, leidt dit vaak tot diepe kwetsing en boosheid bij het kind. De onbekendheid met de reden van onterving is soms nog pijnlijker dan de onterving zelf, blijkt uit de interviews met erfrechtdeskundigen en onterfde kinderen. Toch hebben ouders over de onterving meestal goed nagedacht. Er zijn daarvoor allerlei situaties denkbaar, zoals het ongenoegen van ouders over de partnerkeuze of het crimineel gedrag van kinderen. Of dat ouders vinden dat een kind al genoeg heeft en ze liever een goed doel erfgenaam maken. Maar ook misbruik van een kwetsbare ouder door een nieuwe partner kan een oorzaak zijn voor onterving. De opvatting over de legitieme portie is daarmee ook afhankelijk vanuit welk perspectief die wordt bekeken. Het voordeel van afschaffen voor de één, vaak de ouder, is meestal een nadeel voor de ander, het kind. Dat geldt andersom ook bij behoud van de legitieme portie.

Principiële keuze

Volgens de deskundigen leidt volledige afschaffing van de legitieme portie tot vereenvoudiging van de regelgeving. Ook vereenvoudigt dat de afwikkeling van nalatenschappen en voorkomt het conflicten over de legitieme portie. Wel is duidelijk dat kinderen dan geen eenvoudig verweer hebben tegen onterving. Daardoor blijven zij met een sterk gevoel van onrecht zitten en zullen zij andere mogelijkheden zoeken om alsnog hun recht te halen. Dit kan tot nieuwe procedures en ruzies leiden over met name de testamenten van ouders. Afschaffing van de legitieme portie voor de keuzevrijheid van ouders is een principiële keuze. Daarom past het niet om een vergelijkbaar alternatief voor de legitieme portie te bedenken.

Suggesties voor verbetering en verder onderzoek

De uitkomsten van het onderzoek zijn in de eerste plaats bedoeld voor de regering en het parlement om hun gedachten te vormen over het voortbestaan van de legitieme portie. Daarnaast komen er vanuit het onderzoek verschillende suggesties om de huidige wettelijke regeling van de legitieme portie te verbeteren. Bijvoorbeeld om voor overlijden afspraken te kunnen maken over (het afzien van) een beroep op de legitieme portie. En de mogelijkheid om een uiterste wilsbeschikking te vernietigen op grond van misbruik van omstandigheden. Ook geven de resultaten aanleiding tot verder onderzoek, onder meer naar de verhouding tussen de langstlevende echtgenoot en (onterfde) kinderen en naar de verschillende suggesties van de deskundigen om de legitieme portie voor de praktijk beter hanteerbaar te maken.