Seksueel grensoverschrijdend gedrag terug op niveau van 2020

Ruim 1,7 miljoen personen van 16 jaar en ouder zeggen slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de afgelopen 12 maanden. Dat aantal is lager dan in 2022 en vergelijkbaar met 2020. Het aantal 16-plussers dat rapporteert slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld in de afgelopen 12 maanden is gelijk aan 2022 en 2020. Dit gaat om bijna 1,3 miljoen mensen. Deze cijfers blijken uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag die het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft uitgevoerd, in opdracht van het WODC.

Het onderzoek geeft ook antwoord op vragen als: wie zijn de plegers, wat zijn de gevolgen ervan voor het slachtoffer en praten slachtoffers over hun ervaringen?

Eerdere toename seksueel grensoverschrijdend gedrag kan samenhangen met media-aandacht

Het aantal personen dat vier jaar geleden heeft gerapporteerd slachtoffer te zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag was 11%. In 2022 was dat hoger met 13%. Nu is het weer afgenomen naar 12%, wat geen opvallend (significant) verschil is met 2020. Er zijn indicaties dat de toename van seksueel grensoverschrijdend gedrag in 2022 (deels) is toe te schrijven aan de media-aandacht destijds over dit thema. De bewustwording van slachtoffers is daardoor wellicht vergroot en dat kan tot een verhoogde rapportage van seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben geleid.

Wel ligt het aantal 16-plussers dat aangeeft offline seksuele intimidatie te hebben ervaren nog altijd hoger dan vier jaar geleden. Bijna 1,2 miljoen mensen kregen in de afgelopen 12 maanden bijvoorbeeld seksueel getinte opmerkingen of moesten seksuele handelingen aanschouwen. Jonge vrouwen van 18 tot 24 jaar maken dit vier keer vaker mee dan hun mannelijke leeftijdsgenoten.

990.000 mensen ervaren structureel huiselijk geweld

Voor 7% van de bevolking van 16 jaar en ouder (990.000 mensen) was huiselijk geweld in de afgelopen 12 maanden structureel. Dat wil zeggen dat ze er (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks mee te maken hadden. Zo werden 870.000 mensen van 16 jaar en ouder slachtoffer van psychisch geweld. Bij deze vorm van huiselijk geweld is de pleger structureel verbaal agressief of dwingend controlerend, waarbij er sprake is van dreiging en intimidatie. Daarnaast werden er van de 16-plussers met een ex-partner 210.000 mensen structureel lastiggevallen door die persoon (stalking). Ook hebben er 50.000 mensen van 16 jaar en ouder minimaal één keer per maand fysiek huiselijk geweld meegemaakt.

Verschillen in slachtoffer- en plegerschap huiselijk geweld

Jongeren zijn vaker slachtoffer van huiselijk geweld dan ouderen. Zo werd 24% van de 16- tot 18-jarigen in de afgelopen 12 maanden slachtoffer en 19% van de 18- tot 24-jarigen. Bij de 65-plussers was dat 2%. Ook bi-plusvrouwen en mensen die zichzelf identificeren als non-binair/genderqueer geven relatief vaak aan slachtoffer te zijn van huiselijk geweld.  

De pleger van huiselijk geweld is het vaakst een partner of ex-partner. Bij psychisch geweld speelt de leeftijd van het slachtoffer een rol als het gaat om de pleger. Zo geven jongeren (16 tot 24 jaar) het vaakst aan dat de ouder, broer of zus de pleger is, terwijl 24-plussers bij deze vorm van huiselijk geweld vaker de partner als dader aanwijzen.

Groot aantal slachtoffers heeft problemen en praat vooral binnen sociale kring over ervaringen

Slachtoffers van huiselijk geweld en slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag ondervinden gevolgen van wat ze hebben gemaakt. Zo heeft 64% van de slachtoffers van psychisch geweld daardoor problemen en 24% van de slachtoffers van offline seksuele intimidatie. Bij beide groepen slachtoffers komen psychische problemen het meest voor. Daarnaast hebben slachtoffers van huiselijk geweld relatief vaak relatieproblemen, lichamelijke problemen en problemen met (een deel van) de familie. Slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag noemen ook relatieproblemen en seksuele problemen.

De meeste slachtoffers praten met iemand over hun ervaringen, vooral met mensen in de eigen sociale kring. Ook benaderen ze hulpverleners zoals (huis)artsen, psychologen of maatschappelijk werkers, maar slachtoffers van huiselijk geweld doen dit vaker dan slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Met officiële instanties zoals Veilig Thuis, de politie en Centrum Seksueel Geweld wordt weinig tot geen contact opgenomen. Dit geldt voor zowel de slachtoffers van huiselijk geweld als de slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Tweede vervolgmeting

Voor dit onderzoek hebben in maart en april 2024 ruim 25.000 Nederlanders van 16 jaar en ouder via een internetenquête hun ervaringen in het afgelopen jaar gedeeld. Dit is een tweede vervolgmeting. In 2020 was de eerste meting en in 2022 de eerste vervolgmeting. Met de verschillende metingen wordt in beeld gebracht of huiselijk geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag veranderen in de loop van de tijd. Dat inzicht is belangrijk om deze fenomenen goed te kunnen aanpakken.