Schadefonds Geweldsmisdrijven zou meer slachtoffers kunnen bereiken

Naar schatting doet één op de tien slachtoffers die een financiële tegemoetkoming vanuit het Schadefonds Geweldsmisdrijven kunnen ontvangen daarvoor daadwerkelijk een aanvraag. Het overige deel van de doelgroep van het Schadefonds wordt minder goed bereikt en ervaart verschillende drempels om een aanvraag voor een tegemoetkoming in te dienen. Meer slachtoffers kunnen worden bereikt door betrokken slachtofferondersteuners in de keten beter, herhaaldelijk en op het juiste moment te laten verwijzen naar het Schadefonds. Ook verbetering van de communicatie door en over het Schadefonds kan bijdragen aan het verbeteren van het bereik van de doelgroep.

Een financiële tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven is een uiting van solidariteit van de samenleving met het slachtoffer. Het is ook een erkenning van het onrecht dat slachtoffers is aangedaan en is bedoeld om bij te dragen aan herstel van vertrouwen. Het is daarom van groot belang dat alle slachtoffers die tot de doelgroep van het Schadefonds behoren, deze organisatie weten te vinden als zij dat willen. Ipsos I&O onderzocht in opdracht van het WODC wat de kenmerken van de bereikte en potentiële doelgroep zijn, in welke mate de potentiële doelgroep van het Schadefonds wordt bereikt en doet aanbevelingen hoe dit beter kan.

Potentiële doelgroep

De onderzoekers concluderen dat er in 2023 ongeveer 40.200 mensen in de potentiële doelgroep van het Schadefonds zaten. Het gaat daarbij om slachtoffers van geweldsmisdrijven met (ernstig) lichamelijk letsel tot gevolg waar zij medische hulp voor hebben gehad. Deze schatting is te beschouwen als een ondergrens, omdat de medische hulp voor psychisch letsel en de schade van naasten en nabestaanden hierin niet is meegeteld. Het grootste deel van de potentiële doelgroep is slachtoffer van mishandeling. In de periode 2017-2023 werden bepaalde groepen relatief minder goed bereikt, namelijk slachtoffers uit landelijke gemeenten, slachtoffers van 50 jaar en ouder en slachtoffers van brandstichting/ontploffing en van verkeersmisdrijven. De bereikte en potentiële doelgroep zijn vergeleken op persoons- en delictkenmerken. Daarin zijn weinig verschillen tussen de twee groepen te zien.

Afbeelding van de cover van rapport Doelgroeponderzoek Schadefonds Geweldsmisdrijven. Op de cover is een foto te zien waarop is ingezoomd naar twee mensen die hand in hand staan.
Beeld: ©WODC

Drempels waardoor potentiële groep niet wordt bereikt

De onderzoekers onderscheiden drie soorten drempels die slachtoffers kunnen ervaren om tegemoetkoming aan te vragen. Ten eerste kunnen die drempels emotioneel van aard zijn. Denk aan schuld- en schaamtegevoelens, angst voor reacties van de dader of de emotionele belasting van de procedure. Ten tweede kan het ook gaan om ethische drempels, zoals de overtuiging van het slachtoffer dat compensatie niet door de overheid maar door de dader zou moeten worden gegeven of dat juridische aansprakelijkheid eerst moet worden vastgesteld, voordat er sprake kan zijn van schadecompensatie. Tot slot worden ook een aantal drempels ervaren in de communicatie met of aan het slachtoffer. Zo worden slachtoffers niet op het juiste moment of niet herhaaldelijk gewezen op het Schadefonds, verwijzen ketenpartners of andere slachtofferondersteuners onvoldoende door en zijn er onduidelijkheden over de voorwaarden waaronder een aanvraag kan worden ingediend.

Aanbevelingen voor vergroten doelgroepbereik

De aanbevelingen van het onderzoek  richten zich vooral op het wegnemen van communicatiedrempels. Zo kan de zichtbaarheid van het Schadefonds in de keten versterkt worden door het doelgroepbereik structureel op de agenda van overleggen met ketenpartners te plaatsen en hen blijvend te informeren over wijzigingen in het beleid van het Schadefonds. Die zichtbaarheid kan worden verbreed door ook andere organisaties die contact hebben met slachtoffers te laten verwijzen naar het Schadefonds(denk aan huisartsen, de GGZ, lotgenotengroepen en maatschappelijke opvangorganisaties).
Een organisatie als Slachtofferhulp Nederland is een belangrijke doorverwijzer en zou in langdurige ondersteuning van slachtoffers herhaaldelijk kunnen wijzen op het Schadefonds. Het Schadefonds zelf kan zijn online communicatie verbeteren door meer en beter te informeren over de voorwaarden voor een aanvraag en de mogelijkheid om een aanvraag  te herzien of aan te vullen. Beter informeren over de ‘emotionele’ functie van een tegemoetkoming  - dat het draait om erkenning en niet alleen om geld - kan bijdragen aan het wegnemen van ethische drempels die slachtoffers ervaren. Duidelijkheid over de bescherming van de identiteit van het slachtoffer en welke gegevens worden gedeeld met de dader, kan helpen om angstgevoelens van slachtoffers voor de eventuele reactie van de dader te verminderen.