Inzet extra politievrijwilligers loont
Politievrijwilligers leveren de maatschappij over het algemeen meer op dan dat ze kosten en dat geldt voor alle aanstellingsvormen. Vrijwilligers die generiek inzetbaar zijn en een voorafgaande actieve politieloopbaan hebben, leveren het meeste op. Maar het saldo is ook positief bij vrijwilligers die specifieke taken (bijvoorbeeld bij forensische opsporing) uitvoeren. Of die aangesteld zijn voor administratieve, technische of huishoudelijke taken. Het loont dus om extra politievrijwilligers in te zetten en de benodigde capaciteit voor opleiding en begeleiding te vergroten.
Dat blijkt uit een maatschappelijke kosten-batenanalyse naar de opbrengst van de inzet en opleiding van extra politievrijwilligers in 2024-2027. Deze analyse is voor het eerst uitgevoerd door Atlas Research in opdracht van het WODC. Met het oog op de toenemende capaciteitsdruk binnen de politie, zouden meer politievrijwilligers een welkome aanvulling kunnen vormen. De politie heeft hiervoor een werkplan ontwikkeld gericht op verschillende aanstellingsvormen. Over de hoogte van de kosten en baten van die aanstellingsvormen was nog weinig bekend. De onderzoekers hebben zowel financiële als niet-financiële kosten en baten in kaart gebracht voor verschillende scenario’s.

Hoeveel politievrijwilligers zijn er?
Eind 2023 was er op elke 17 politiemedewerkers één politievrijwilliger. De ambitie is om dit te verhogen naar twee op de 20, ofwel 10% van totale operationele sterkte van de politie. De grootste groep bestaat uit politievrijwilligers met een administratieve, technische of huishoudelijke aanstelling, gevolgd door iets kleinere groep generiek inzetbare politievrijwilligers. Er zijn veel minder specifiek inzetbare politievrijwilligers.
Waaruit bestaan de kosten en baten?
Bij financiële kosten voor de politie gaat het naast een vrijwilligersvergoeding om bijvoorbeeld opleidingskosten of kosten voor begeleiding. Bij financiële baten gaat het vooral om minder (loon)kosten voor de werkzaamheden die politievrijwilligers uitvoeren die anders door betaalde politiekrachten worden uitgevoerd.
Bij niet-financiële kosten voor politievrijwilligers gaat het bijvoorbeeld om de tijd die zij niet kunnen besteden aan andere zaken. Niet-financiële baten zijn bijvoorbeeld voldoening in het werk.
Daarnaast zijn er ook niet meetbare effecten, zoals een positief reputatie-effect voor de politie, de ambassadeursrol van de politievrijwilligers binnen de samenleving en mogelijk positieve sociale en gezondheidseffecten voor de politievrijwilligers.
Scenario’s
Er is gekeken naar een nul-alternatief, waarbij alleen ex-beroepskrachten instromen, die geen opleiding of begeleiding nodig hebben. Daarnaast was er een beleidsalternatief waarin ook burgers zónder politieverleden worden opgeleid, met daarbinnen 3 varianten:
- alleen extra politievrijwilligers opleiden voor specifieke en voor boa-taken, maar geen opleidingsklas voor politievrijwilligers voor generieke taken;
- ook jaarlijks één opleidingsklas voor 24 politievrijwilligers voor generieke taken;
- ook jaarlijks drie opleidingsklassen voor 72 politievrijwilligers voor generieke taken.
In alle varianten wegen de baten van de verhoogde inzet (ruimschoots) op tegen de extra opleidingskosten. Per saldo leveren vier jaargangen extra op te leiden politievrijwilligers in totaal ruim 41 miljoen euro (eerste variant) tot ruim 67 miljoen euro (laatste variant) aan maatschappelijke welvaart op.
Aanbeveling
Aangezien er sprake is van onderbezetting in de vaste politieformatie is het begrijpelijk dat de opleiding van beroepskrachten voorrang krijgt boven die van vrijwilligers. Maar vanuit maatschappelijk welvaartsperspectief zou het raadzaam zijn om de capaciteit te creëren om jaarlijks één of zelfs drie opleidingsklassen generiek inzetbare politievrijwilligers op te leiden. Ook met het oog op het borgen van de toekomstige diversiteit van deze groep.
Voor dit onderzoek is onder andere gebruik gemaakt van de Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA-)werkwijzer die eind 2023 in opdracht van het WODC is ontwikkeld voor Justitie- en Veiligheidsbeleid.