Inzicht in samenhang - Een evaluatie van de Nederlandse contraterrorismewetgeving
Sinds 2004 zijn er verschillende wetten gemaakt die bijdragen aan de aanpak van terrorisme. In de praktijk kunnen de verschillende actoren in de terrorismeaanpak goed uit de voeten met de zogenoemde Contraterrorismewetten (CT-wetten). Dat geldt vooral op landelijk niveau en voor de strafrechtelijke wetten. De (bestuursrechtelijke) wetten lijken echter niet zo goed aan te sluiten op de realiteit en de behoeften van gemeenten. Zij missen vooral de mogelijkheid om snel te kunnen schakelen en maatregelen toe te kunnen passen op burgers en grijpen daarom terug op andere maatregelen. Ook bestaat er in de praktijk onduidelijkheid over de houdbaarheid van de CT-wetten, nu er de laatste jaren andere dan jihadistische vormen van extremisme opkomen. Dat concluderen onderzoekers van de Universiteit Leiden en onderzoeksbureau BBSO. Zij brachten de samenhang in kaart tussen de verschillende CT-wetten en hoe deze in de praktijk worden ervaren. Dat deden zij in opdracht van het WODC.
Wetten om terrorisme aan te pakken sluiten niet zo goed aan op de praktijk van gemeenten