Onderzoeken zaakverzwaring in strafrechtsketen zeer complex
De toename van zaakzwaarte en zaakverzwaring die zou leiden tot de lange doorlooptijden bij strafzaken kan niet gemeten worden in tijdsbelasting, omdat daarover geen informatie beschikbaar is en deze informatie ook moeilijk te verkrijgen is. Daarom zou onderzoek hiernaar meer gericht moeten zijn op taakverandering, taakvernieuwing en (eventueel) taakverzwaring in plaats van zaakzwaarte en zaakverzwaring. Dat stellen onderzoekers van Cebeon die in opdracht van het WODC de verzwaring van misdrijfzaken in de afgelopen jaren probeerden te meten.
De geregistreerde criminaliteit is in de afgelopen twee decennia steeds verder gedaald. Dat is niet goed terug te zien in de prestaties van de strafrechtketen. In het bijzonder is het niet gelukt om doorlooptijden in de strafrechtketen terug te dringen. Partijen in de keten, zoals het Openbaar Ministerie en de rechtspraak verklaren dat onder andere door een toename van de zaakzwaarte. Daardoor zouden mensen die zich met deze zaken bezighouden meer tijd kwijt zijn aan de zaken. De toename is volgens hen het gevolg van maatschappelijke, juridische en technisch-inhoudelijke ontwikkelingen.
Tijdbelasting meten
Het verzamelen van informatie over tijdbelasting vraagt een grote inspanning, mede omdat dit niet alleen voor afzonderlijke activiteiten, maar ook op procesniveau zou moeten gebeuren, deels over de grenzen tussen organisaties heen. De onderzoekers stellen dat dit onhaalbaar lijkt. Als deze tijdgegevens er toch zouden komen, dan moeten twee aspecten worden onderscheiden die hierin te zien zijn. Ten eerste is dat ‘echte zaakverzwaring’. Dat zegt iets over de inherente complexiteit van zaken, de opstelling van procespartijen en de invloed van media op misdrijfzaken. Daarnaast zijn er organisatorische factoren, zoals het effect van veranderende werkprocessen. Het aspect verzwaring van het begrip zaakverzwaring is dus voor meerdere interpretaties vatbaar.
Van zaakverzwaring naar taakverzwaring
Dit interpretatieprobleem kan opgelost worden door zaakverzwaring los te koppelen van tijdbelasting. Dan gaat de meetbaarheid op zaakniveau echter verloren. Dit maakt het onbruikbaar voor kwantitatief empirisch onderzoek naar thema’s als werkdruk, werkbelasting, capaciteit of doorlooptijden in de strafrechtketen. Om toch zicht te krijgen op veranderingen binnen en buiten de strafrechtketen die van invloed zijn op werkdruk, werkbelasting, capaciteit of doorlooptijden is het nodig om nader onderzoek te doen, maar dan naar taakverandering, taakvernieuwing en (eventueel) taakverzwaring in plaats van zaakzwaarte en zaakverzwaring.