Alimentatiestelsel toe aan herziening door veranderingen in de maatschappij
De Alimentatienormen, die rechters hanteren bij het berekenen van alimentatie, zouden herzien moeten worden, onder meer om daarin een plek te geven aan concepten zoals co-ouderschap, zorgalimentatie en de kinderrekening. Dat staat in het onderzoek Alimentatie van nu van de Rijksuniversiteit Groningen. In opdracht van het WODC is onderzocht of het huidige alimentatierecht nog wel van deze tijd is. De onderzoekers stellen enkele verbeteringen voor om het stelsel voor alimentatie beter te laten aansluiten bij ontwikkelingen in de maatschappij.
Grondslag partneralimentatie
De juridische rechtvaardiging (grondslag) dat partneralimentatie na een huwelijk of geregistreerd partnerschap verplicht tot levensonderhoud is de lotsverbondenheid die het huwelijk of het geregistreerd partnerschap met zich brengt. Waar in het verleden lotsverbondenheid werd ingevuld als financiële ondersteuning om na scheiding gedurende langere tijd zoveel mogelijk op hetzelfde welvaartsniveau te kunnen doorleven, is dat nu ondersteuning om economische zelfstandigheid op te bouwen om zelf in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Omdat niet iedereen hiertoe in staat is, blijft het volgens de onderzoekers nodig dat het wettelijke systeem de mogelijkheid biedt om alimentatie voor langere tijd dan vijf jaar vast te stellen. De onderzoekers pleiten ervoor dat de wetgever uitgaat van één wettelijke grondslag, lotsverbondenheid, die de basis kan vormen voor verschillende uitwerkingen in de Alimentatienormen.
Grondslag kinderalimentatie
Door het toegenomen aantal samengestelde gezinnen, dient de stiefouderalimentatie te worden heroverwogen, stellen de onderzoekers. Daarnaast dient de kinderalimentatie voor jongmeerderjarigen (18 tot 21) te worden beperkt tot de jongmeerderjarigen die een opleiding of studie volgen en voor hen te worden verlengd tot zij 24 jaar zijn, en de studie is afgerond.
Herziening Alimentatienormen
De Alimentatienormen zijn een succesvol instrument dat bijdraagt aan de voorspelbaarheid van het recht en de uniforme rechtstoepassing in Nederland. Zij zijn volgens de onderzoekers echter aan een algehele herziening toe. De toegankelijkheid, leesbaarheid en hanteerbaarheid kunnen worden vergroot en leemten kunnen worden opgevuld. Daarbij kunnen nieuwe concepten zoals co-ouderschap, zorgalimentatie en de kinderrekening worden meegenomen. Ook raden de onderzoekers aan om het uitgangspunt bij het bepalen van de behoefte, het netto-gezinsinkomen tijdens het huwelijk, te laten varen, omdat een scheiding nu eenmaal een wijziging van inkomen en lasten met zich brengt. De vernieuwde Alimentatienormen stellen de rechter, de rechtshulpverleners en de justitiabelen in staat om passende regelingen te treffen voor verschillende situaties van alimentatiegerechtigden en de alimentatieplichtigen. Alleen wanneer de huidige wettelijke grondslag voor partneralimentatie hiervoor voldoende ruimte biedt, is wetswijziging niet nodig.
Economische positie van de vrouw
De onderzoekers stellen dat economische zelfstandigheid van beide ex-partners de beste remedie is om te voorkomen dat alimentatie moet worden betaald. Hoewel in dit opzicht vooruitgang wordt geboekt, blijft de economische positie van de vrouw na een echtscheiding nog altijd achter bij die van de man. Hiermee moet het alimentatierecht de komende decennia nog rekening blijven houden.
Acceptatie van alimentatie
Een belangrijke vraag in het onderzoek was die naar acceptatie van alimentatie. De meningen hierover zijn verdeeld, zowel onder alimentatiebetalers en - ontvangers, als onder deskundigen. De belangrijkste reden hiervoor is dat men dikwijls tegengestelde belangen heeft. Toch wordt er over alimentatie steeds minder geprocedeerd en worden de verplichtingen behoorlijk nageleefd. Als er al geprocedeerd wordt, komt dit vaak door andere oorzaken.
Alimentatie voor informeel samenlevenden
Over het antwoord op de vraag of alimentatieplicht ook zou moeten bestaan voor informeel samenlevenden, heerst in theorie en praktijk verdeeldheid. Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen valt volgens de onderzoekers te overwegen een lex specialis in te voeren voor een bepaalde categorie samenlevenden. Voor hen gaat dan een alimentatieregeling gelden, tenzij zij daarvan bij overeenkomst afwijken.