Meer werken in detentie leidt niet tot betere positie gedetineerden
Het uitbreiden van het aantal uren werk dat gedetineerden in detentie doen van de reguliere 20 uur naar 32 uur leidt op zichzelf niet tot minder recidive en is niet voldoende om een (blijvende) gedragsverandering en duurzame arbeidspositie bij gedetineerden te realiseren. Dat blijkt uit de Planevaluatie pilot ‘32 uur werken met gedetineerden’, die in opdracht van het WODC is uitgevoerd door Breuer-Intraval.
In de pilot werd in vijf penitentiaire inrichtingen de arbeid in detentie uitgebreid met het doel de re-integratie van gedetineerden te verbeteren en recidive te voorkomen. Uit de evaluatie blijkt wel dat de extra tijd een positieve bijdrage kán leveren, maar alleen als die tijd ook goed wordt besteed, bijvoorbeeld aan extra scholing en begeleiding. Op basis van de planevaluatie heeft de Minister voor Rechtsbescherming daarom besloten de pilot te beëindigen en in plaats daarvan te laten onderzoeken hoe de combinatie van meer arbeid met meer scholing en begeleiding in alle penitentiaire inrichtingen binnen de bestaande kaders (capacitair, facilitair, financieel) gerichter kan worden ingezet. Bij dat onderzoek worden de aanbevelingen uit de planevaluatie meegenomen.
De planevaluatie zou eigenlijk worden gevolgd door een procesevaluatie en eindmeting, maar die gaan niet door. In het rapport wordt hiervan, op relevante plaatsen, melding gemaakt.