Breed draagvlak voor behoud digitale zittingen in de rechtspraak
In april 2020, tijdens de eerste gedeeltelijke lockdown, treedt de eerste spoedwetgeving rondom corona op het terrein van Justitie en Veiligheid (JenV) in werking. Dankzij die wetgeving kan het rechtsverkeer weer doorgaan tijdens de crisis, zoals het houden van een rechtszitting, het passeren van aktes bij de notaris en het uitreiken van dagvaardingen. Nu de crisissituatie wat meer tot rust is gekomen, blijkt dat vooral draagvlak bestaat om door te gaan met het organiseren van digitale zittingen in de (tucht)rechtspraak. Over de meerwaarde van het behoud van andere tijdelijke voorzieningen wordt wisselend gedacht.
Onderzoekers van Pro Facto hebben op basis van case study’s en gesprekken met professionals in kaart gebracht of het mogelijk en wenselijk is om voorzieningen uit de tijdelijke crisiswetgeving om te zetten in permanente regelingen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het WODC.
Alleen voor noodsituaties
Professionals vinden dat sommige tijdelijke voorzieningen niet het nieuwe normaal moeten worden, maar bij een crisis wel voorhanden moeten zijn. Zo biedt de reguliere werkwijze van een aantal voorzieningen meer voordelen dan de crisiswetgeving. Bijvoorbeeld de notaris die in persoon beter de aan het ambt verbonden plichten kan waarmaken dan bij het op afstand passeren van een hypotheekakte. En bij deurwaarders zorgt het contact bij de persoonlijke uitreiking van een dagvaarding in sommige gevallen voor een alternatieve oplossing; een mogelijkheid die ze missen bij de coronabetekening. Wel zou de wetgeving in geval van een crisis (weer) voorhanden moeten zijn, vinden de geïnterviewde professionals. Dat kan door bij een volgende crisis weer snel tijdelijke wetgeving in te voeren. Maar ook door permanente wetgeving voor uitzonderingssituaties te maken. Als aandachtspunt geldt dat precies moet worden gedefinieerd wat een ‘noodsituatie’ is.
Breed draagvlak voor mondelinge digitale behandeling
Daarnaast zijn er voorzieningen waarvoor draagvlak bestaat om die permanent te behouden. Dat is de mogelijkheid tot mondelinge digitale behandeling in civiele, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures. Dat geldt ook voor de mondelinge digitale behandeling in tuchtrechtelijke procedures en het op afstand horen van gedetineerden in beklag- en beroepsprocedures. Voor een eventuele permanente regeling voor deze voorzieningen worden randvoorwaarden en aandachtspunten genoemd. Denk bijvoorbeeld aan het waarborgen van het contact tussen de rechtzoekende en de rechter, het contact tussen de rechtzoekende en de advocaat en de openbaarheid of beslotenheid van een zitting. Ook moet in de (rechts)praktijk verder worden uitgekristalliseerd welke gevallen zich wel en welke gevallen zich niet lenen voor digitale zittingen.