Beursgenoteerde bedrijven hebben wettelijke bedenktijd nog niet ingeroepen
Hebben Nederlandse beursgenoteerde bedrijven al voldoende beschermingsmiddelen tegen een vijandige overname? Of gaat er een preventieve werking uit van de wettelijke bedenktijd die zij sinds 1 mei 2021 tegen zo’n overname kunnen inroepen? Beiden kunnen een verklaring zijn voor het feit dat de bedenktijd tot nu toe nog niet is ingezet. Dat blijkt uit het tussentijdse evaluatieonderzoek van de Universiteit Maastricht, in opdracht van het WODC.
De wettelijke bedenktijd is in het leven geroepen na enkele mislukte pogingen van buitenlandse investeerders om Nederlandse bedrijven, zoals Unilever en AzkoNobel, over te nemen. Via die maatregel kan het bestuur van een bedrijf maximaal 250 dagen tijd inroepen om zich te beraden als er een vijandig bod komt, of als een activistische aandeelhouder voorstelt om bestuurders of commissarissen te benoemen of te ontslaan. Zodoende heeft het bestuur meer tijd en rust om te overleggen met onder andere de aandeelhouders en de ondernemingsraad en kan het zorgvuldiger besluiten nemen over de toekomst van het bedrijf.
Nederlandse beursondernemingen al goed beschermd
Uit het onderzoek blijkt dat de bedenktijd in de praktijk nog is niet ingeroepen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de situaties waarvoor de bedenktijd kan worden ingeroepen zich relatief weinig voordoen. Een andere mogelijke verklaring is dat Nederlandse beursondernemingen al relatief goed beschermd zijn tegen vijandige overnames en aandeelhoudersactivisme. Nagenoeg alle Nederlandse beursvennootschappen hebben in hun statuten andere opties opgenomen om zich daartegen te beschermen.
Preventieve werking niet te bewijzen
Een andere mogelijke verklaring voor het tot nu toe niet inroepen van de bedenktijd is de preventieve werking die ervan zou kunnen uitgaan. Alleen al de mogelijkheid om de bedenktijd in te roepen kan vijandige biedingen afschrikken. Het aantal vijandige biedingen en aandeelhoudersactivisme is echter te klein om zo’n preventieve werking te kunnen bewijzen. De preventieve werking kan ook tot gevolg hebben dat bij overnamebiedingen al meteen meer rekening wordt gehouden met de belangen van andere stakeholders dan aandeelhouders, zoals het personeel, de schuldeisers of het milieu. De onderzoekers tonen aan dat verplichtingen richting deze andere stakeholders vaker voorkomen in overnamebiedingen na de inwerkingtreding van de bedenktijd. Ze merken ook op dat dit niet noodzakelijk veroorzaakt wordt door de bedenktijd, maar ook kan liggen aan andere maatschappelijke evoluties, zoals de toegenomen aandacht voor duurzaamheid.
Weinig tot geen impact op vestigings- en investeringsklimaat
De meningen over het nut en de noodzaak van de bedenktijd waren vooraf al sterk verdeeld en dat is niet veranderd. Vooral de beursondernemingen zelf zijn voorstander van de bedenktijd, terwijl de investeerders kritisch zijn, onder andere vanwege de mogelijk negatieve impact van de bedenktijd op het Nederlandse vestigings- en investeringsklimaat. Om die impact te onderzoeken hebben de onderzoekers gekeken naar hoe vaak beursvennootschappen kiezen voor Nederland, voor en na de bedenktijd. Het aantal beursnoteringen en het aantal verplaatsingen van beursvennootschappen naar het buitenland zijn echter te klein om een trend te kunnen identificeren. Uit de interviews en de enquête die de onderzoekers hebben gehouden, blijkt wel dat de respondenten niet van mening zijn dat de bedenktijd een impact heeft op de vestiging van beursvennootschappen in Nederland. Voorts blijkt uit het onderzoek dat de invoering van de bedenktijd geen belangrijke invloed heeft gehad op de beurskoers van Nederlandse vennootschappen.
Tussentijdse evaluatie
Dit onderzoek is een tussentijdse evaluatie naar het functioneren en de effecten van de wettelijke bedenktijd. De onderzoekers doen daarom in het rapport geen voorstellen voor handhaving, herziening of afschaffing van de Wet bedenktijd. Op basis van deze evaluatie verwachten zij dat het aantal gevallen waarin de bedenktijd toegepast wordt, of had kunnen worden toegepast, beperkt zal blijven. Daarmee zal het ook in de nabije toekomst moeilijk blijven om te beoordelen of de doelen van de bedenktijd bereikt worden en of er een invloed is op het investerings- en vestigingsklimaat.
