Van de minderjarige verdachten in 2022 heeft 56% een Nederlandse achtergrond. Bij de jongvolwassen verdachten is dat 54%. In een aantal bevolkingsgroepen blijkt de daling van het aantal verdachten in de periode 2018 tot 2023 sterker is dan in andere groepen. Zo daalde het aantal verdachten met een Marokkaanse migratieachtergrond het sterkst, zowel onder minderjarigen als onder jongvolwassenen. 

We spreken van voortijdig schoolverlaten als jongeren tot 18 jaar zijn uitgestroomd uit het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs zonder startkwalificatie. Dat is een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma op ten minste niveau 2).

Het aantal verdachten onder jongvolwassen voortijdig schoolverlaters daalt in de periode 2015 tot 2023 met 26%. Toch komen jongvolwassen voortijdig schoolverlaters in 2022 naar verhouding bijna vijf keer vaker voor in de verdachtenregistratie van de politie dan de niet-voortijdig-schoolverlaters, respectievelijk 85 en 18 per 1.000 jongvolwassenen. 

Onder minderjarige schoolverlaters schommelt het aantal verdachten in deze periode sterk. Maar ook in deze groep is in 2021 het relatieve aantal verdachten veel hoger onder voortijdig schoolverlaters (70 per 1.000 minderjarigen) dan onder niet-voortijdig-schoolverlaters (12 per 1.000).

Van alle minderjarige en jongvolwassen verdachten in 2022 woont respectievelijk 19% en 20% in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht. Jeugdige verdachten zijn daarmee oververtegenwoordigd in de vier grote gemeenten (G4). Ter vergelijking: 12% van alle minderjarigen en 15% van alle jongvolwassenen in Nederland woont in 2022 in de G4.

Gemiddeld nam het aantal minderjarige verdachten in de G4 in de periode 2018 tot 2023 met 4% af, terwijl voor heel Nederland er een stijging was (+4%). Het aantal jongvolwassen verdachten in de G4 nam met 7% sterker af dan in heel Nederland (3%).