Zelfgerapporteerd daderschap jeugdcriminaliteit

Sinds 2023 maken we gebruik van een nieuwe 2.0-versie van de Monitor Zelfgerapporteerde Jeugddelinquentie (MZJ). Hierin wordt een willekeurige steekproef van jongeren tussen de 10 en 23 jaar uit de Nederlandse populatie online bevraagd over hun delinquente gedrag. Deze nieuwe methode is toekomstbestendiger en maakt het mogelijk vaker metingen uit te voeren. Het levert wel een methodebreuk op met de 1.0-versie van de vragenlijst, die tussen 2005 en 2020 werd afgenomen. Hierdoor rapporteren we enkel over de resultaten uit 2023. De monitor is een aanvulling op de door politie en justitie geregistreerde criminaliteit, waarvan de beperking is dat een aanzienlijk deel van de gepleegde delicten en daders niet in beeld komt bij politie en justitie. In de monitor gaat het veelal om lichte en veelvoorkomende delicten die vanwege geringe ernst nauwelijks of niet vervolgd worden.

Laatste update: september 2024

De monitor geeft enerzijds inzicht in de mate van voorkomen van delicten in 2023 en anderzijds inzicht in kenmerken die betrekking hebben op het individu, het gezin, vrienden, en school en/of werk.

Zelfrapportage delicten onder twaalfminners het laagst

In 2023 zegt 13% van de 10- tot 12-jarigen in de voorgaande twaalf maanden een traditioneel delict te hebben gepleegd. Dat is minder dan de andere leeftijdsgroepen. Geweldsdelicten (8,8%) werden het meest gerapporteerd, gevolgd door vermogens- (3,7%) en cyberdelicten (3%). Meestal ging het om slaan zonder verwonding, diefstal op school, of inloggen op iemands account zonder toestemming. Wapenbezit werd het minst gerapporteerd (0,7%).

Er zijn geen verschillen in prevalentie van zelfgerapporteerde delinquentie naar herkomstland, huishoudinkomen, stedelijkheidsgraad of landsdeel. Meer jongens dan meisjes rapporteerden een delict en meer kinderen uit een eenoudergezin dan kinderen uit andere gezinssamenstellingen. Twaalfminners van Europese herkomst rapporteerden vaker cyberdelicten dan die van Nederlandse of niet-Europese herkomst.

Minderjarigen rapporteren vooral geweldsdelicten en online delicten

Bijna 17% van de minderjarigen (12- tot 18-jarigen) geeft aan een traditioneel delict te hebben gepleegd. Geweldsdelicten (9,4%) en online delicten (9,1%), vooral cyberdelicten (7%), werden het meest gerapporteerd. Drugsdelicten (0,6%) en ernstige cyberdelicten, zoals het versturen van een virus (0,2%) werden weinig gerapporteerd. Wapenbezit werd door 1,8% van de minderjarigen gerapporteerd.

Meer jongens dan meisjes rapporteerden delicten, behalve bij winkeldiefstal. Minderjarigen van Nederlandse herkomst rapporteerden iets vaker een delict dan die van Europese of niet-Europese achtergrond. Zelfgerapporteerde delinquentie verschilt nauwelijks naar stedelijkheidsgraad of landsdeel.

De grafieken hieronder laten de percentages zien van traditionele en cyber- en gedigitaliseerde delicten bij 10- tot 12-jarigen, 12- tot 18-jarigen en 18- tot 23-jarigen.

Percentage zelfgerapporteerd traditioneel daderschap

Percentage zelfgerapporteerd traditioneel daderschap
10- tot 12-jarigen12- tot 18-jarigen18- tot 23-jarigen
Traditioneel totaal12,716,514,1
Geweld8,89,44,7
Vermogen3,76,66,4
Vandalisme2,14,12,2
Drugsverkoop0,61,7
Wapenbezit0,71,82,8

Noot. Steekproef omvang is 9.639.

Brontabel als csv (211 bytes)

Percentage zelfgerapporteerd online daderschap

Percentage zelfgerapporteerd online daderschap
10- tot 12-jarigen12- tot 18-jarigen18- tot 23-jarigen
Online totaal4,29,17,2
Cyberdelicten3,675,1
Gedigitaliseerde delicten0,83,22,8

Noot. Steekproef omvang is 9.639.

Brontabel als csv (153 bytes)

Minder jongvolwassenen rapporteren een traditioneel delict

In 2023 rapporteert 17% van de 18- tot 23-jarigen (jongvolwassenen) een delict. Vermogensdelicten waren het meest voorkomend (6,4%), gevolgd door cyberdelicten (5,1%) en geweld (4,7%). Drugsverkoop werd het minst vaak gerapporteerd (1,7%). De percentages waren hoger dan bij de jongere groepen. Wapenbezit werd slechts door 2,8% gerapporteerd.

Jongvolwassen mannen rapporteerden vaker delinquentie dan vrouwen, behalve bij wapenbezit en cybercrime, waarbij de prevalentie bij beide seksen gelijk is. Jongvolwassenen met een Nederlandse of Europese herkomst rapporteerden meer delicten dan die uit niet-Europese landen, vooral bij vermogensdelicten, geweld en cybercrime. Er zijn geen verschillen in vandalisme, wapenbezit, drugsverkoop of gedigitaliseerde delicten. Er zijn nauwelijks verschillen naar sociaaleconomische status, type huishouden, huishoudinkomen, stedelijkheidsgraad of landsdeel.

Percentage jeugdigen dat over 2023 een delict rapporteert is ruim 10 keer het aandeel geregistreerde daders

Er zijn duidelijke verschillen tussen zelfgerapporteerde delinquentie en door politie of justitie geregistreerde verdachten of strafrechtelijke daders. Dit is grotendeels te duiden doordat zelfrapportage overwegend lichte en veelvoorkomende feiten meet die veelal niet tot opsporing of vervolging zullen leiden, vanwege de geringe ernst van de feiten. Gegevens op basis van politie- en justitieregistraties betreffen overwegend de zwaardere feiten, maar daarvoor geldt ook dat een aanzienlijk deel niet wordt opgehelderd.

In 2023 is het percentage minderjarigen en jongvolwassenen dat een delict rapporteert een factor tien hoger dan het percentage dat als verdachte bij de politie in beeld is gekomen. Van de minderjarigen rapporteert 18% één of meerdere delicten over het afgelopen jaar, waarbij het vooral gaat over geweld en cyberdelicten. Onder de jongvolwassenen rapporteert 15% één of meerdere delicten (exclusief volwassenfeiten) waarbij het voornamelijk vermogens- geweld en cyberdelicten betreft. Drugsdelicten (o.a. verkoop) en wapenbezit worden relatief weinig gerapporteerd, zowel onder minderjarigen als jongvolwassenen, maar nog altijd rapporteert ongeveer 0,6-1,6% een drugsverkoop en 1,8-2,8% wapenbezit of -gebruik.

  • Beeld: ©ANP

Kleinere verschillen tussen bevolkingsgroepen op basis van zelfrapportage dan in verdachtenregistratie

Het verschil tussen de seksen zoals blijkt bij jeugdige verdachten of strafrechtelijke daders is op basis van zelfrapportage veel kleiner en afhankelijk van leeftijd of type delict soms zelfs afwezig. Dit geldt ook als wordt uitgesplitst naar huishoudinkomen (SES) of jongeren van verschillende herkomst. Ook blijkt uit zelfrapportage weinig geografische variatie (naar stedelijkheidsgraad of landsdeel) waar die wel aanwezig zijn in politieregistraties.

Genuanceerder beeld ontwikkelingen jeugdcriminaliteit

Het zelfgerapporteerd daderschap van jeugdigen geeft een beeld van een deel van de werkelijke jeugdcriminaliteit. Veel van deze delicten blijven onopgemerkt bij politie en justitie. En jongeren rapporteren over het algemeen alleen lichtere en vaker voorkomende delicten. Een genuanceerder beeld van de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit op basis van meerdere bronnen geven we in de volledige Monitor Jeugdcriminaliteit.

De vernieuwde MZJ-vragenlijst is in samenwerking met CBS uitgebreid kwalitatief getest. Zie hier de rapportage.

Najaar 2026: nieuwe resultaten zelfgerapporteerd daderschap

In 2025 worden opnieuw jongeren bevraagd over de delicten die ze in het jaar daarvoor hebben gepleegd. De resultaten over zelfgerapporteerd daderschap volgen in 2026.